Nederlands Oud-Testamenticus (Groningen 14 Oct. 1848 Utrecht 14 Jan. 1912), stamde uit een Frans adellijk geslacht en was de zoon van de gelijknamige Groninger hoogleraar in de letteren en de theologie. Hij studeerde te Groningen en te Utrecht en was Ned.
Hervormd predikant te Varik (1872) en te Bloemendaal (1875). Sinds 1877 was hij hoogleraar in de Oudtestamentische vakken te Utrecht. In zijn exegetische arbeid (hoofdwerk: De Psalmen, 3 dln, 1902 vlgg.) ging hij zowel critisch-wetenschappelijk als geestelijk-opbouwend te werk. Valeton was een invloedrijk vertegenwoordiger der Ethische richting en voorman van de Zending. Hij was dr h.c. van Genève en lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (1904).Bibl.: o.a. Amos en Hosea (1894); Christus en het O.T. (1895); Die Israeliten (in: Chantepie de la Saussaye, Lehrbuch der Religionsgesch. 1905); Het O.T. en de critiek (1906); Het O.T. in het licht van wetensch. onderzoek (1907); Oud-Testamentische voordrachten (1909).
Lit.: Is. van Dijk, Levensber. J. J. P. V. (Maatsch. der Ned. Lett. I911-’12; Gezamenl. Geschr. IV, blz. 425 vlgg.).