Nederlands architect (Rotterdam 14 Febr. 1860-19 Oct- 1948), studeerde van 1878-’83 aan de Polytechnische School te Delft en vestigde zich, na een verblijf in het buitenland, als architect te Rotterdam.
Tot de talrijke door hem uitgevoerde werken behoren de Grote Schouwburg (1884-’87, verwoest in 1940), gebouw „Ons Huis” (1919), Gebouw Ned. Handelmaatschappij (1905, verwoest in 1940), hoofdgebouw van de firma Stokvis & Zn (1908), alle te Rotterdam, de Ned. Herv. Kerk te Apeldoorn (1891), het Gebouw „de Utrecht” te Utrecht (1902), het Remonstrantenhaus, Friedrichstadt a. d. Eider (1909), verschillende kerken, schoolgebouwen, kantoren en magazijnen. Hij verrichtte diverse restauraties aan kerken in Zeeland en Zuid-Holland.
Bibl.: Oude boerenhofsteden in Zuid-Holland (1930) ; Het voormalige Charlois en Katendrecht, enz. (1933) ; Oostelijk Rotterdam, enz. (1933) ; Kralingen en s-Gravenweg (1933) ; Pernis, Hoogvliet, Portugaal en Rhoon, enz. (1934) ; Merkwaardige oude bouwwerken a. h. Jaagpad v. Overschie n. Delft (1934) ; IJselmonde, Ridderkerk en Barendrecht, enz. (1935); de Rotte en de Bleiswijksche meren, enz. (1936); Merkwaardige oude inrijhekken, enz. (1936-1940); De Rotterdamsche Schie 1340-1940 (1940); De architect Jan Giudici, 1746-1819 (1940).
Lit.: A. v. d. Steur, J. V. Dzn, Bouwk. Weekbl. 1940 (met lijst van uitgevoerde werken).