Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Johannes (peter) MÜLLER

betekenis & definitie

Duits bioloog (Koblenz 14 Juli 1801 - Berlijn 28 Apr. 1858), studeerde medicijnen, werd in 1830 professor in Bonn, 1833 opvolger van Rudophi in Berlijn, waar hij anatomie, Physiologie en pathologie doceerde en op al deze gebieden leiding gaf. Hij was een zeer bijzondere persoonlijkheid, leermeester van een groot aantal beroemde biologen, Schwann, Henle, Kölliker, Virchow, Du Bois-Reymond, Helmholtz, Brücke, Remak, Haeckel, Claparède, Max Schultze, Lieberkühn, Wundt, die hij ieder naar eigen aanleg wist te stimuleren en te ontwikkelen.

Zelf heeft hij zeer veel gepubliceerd. Hij was een aanhanger der „Naturphilosophie”, vitalist en een scherp waarnemer en denker. Hij deed belangrijk onderzoek op het gebied van de embryonale ontwikkeling der geslachtsorganen. Hij beoefende de physiologie op vergelijkende grondslag; bekend is zijn Handbuch der Physiologie des Menschen (2 dln, 1833-’40), dat generaties van medici en biologen beïnvloedde. Zijn afkeer van vivisectie maakte dat hij zich ten slotte tot de vergelijkende anatomie wendde. Ook hier verrichtte hij zeer belangrijk werk.

Verblijf aan zee deed hem zijn zeer beroemde onderzoekingen over de ontwikkeling en het leven van allerlei zeedieren verrichten. Hij gaf 1834-’58 het Archiv für Anatomie und Physiologie uit.Lit.: R. Virchow, J. M., eine Gedächtnisrede (Berlin 1858); E. DuBois-Reymond, Gedächtnisrede auf J. M., Abh. d. Kgl.

Akad. d. Wiss. (Berlin 1859); G. Retzius, Briefe von J. M. an Anders Retzius (Stockholm 1900); W. Haberling, J. M. (Leipzig 1924); M.

Müller, Ub. die philos. Anschauungen d. Naturf. J. M. (Leipzig 1927); U. Ebbecke, J.

M. der grosze rheinische Physiologe, mit einem Neudruck von J. M.’s Schrift Über die phantastischen Geschichterscheinungen (Hannover 1951).

< >