Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Johann stamitz

betekenis & definitie

(Wenzel Anton), Duits componist (Brod 19 Juni 1717- Mannheim 27 Mrt 1757), studeerde bij zijn vader, die cantor was, werd in 1743 kamermusicus en twee jaar later dirigent te Mannheim, toonde zich een voortreffelijk orkestpaedagoog, die het Mannheimer orkest voorbeeldig voor heel Europa maakte. De door hem voorgeschreven orkestbezetting (strijkorkest met dubbel bezette hobo’s, klarinetten — destijds een novum —, hoorns, trompetten en pauken) vormde de grondslag voor het klassieke orkest.

Behalve de orkestdiscipline was vooral de overgangsdynamiek (crescendo en decrescendo) van het Mannheimer orkest beroemd. Voor dit ensemble schreef Stamitz werken, die een geheel nieuwe geest ademden (z symphonie) en waarmee hij school maakte. De belangrijkste vertegenwoordigers van de Mannheimer School zijn F. X.Richter, C. Cannabich, J. I. Holzbauer, terwijl ook Stamitz’ beide zoons Karl en Johann Anton daartoe gerekend mogen worden. Hij schreef 50 symphonieën, 10 orkesttrio’s, 12 vioolconcerten, triosonates, solosonates met en zonder basso continuo.Lit.: H. Riemann, Die Mannheimer Schule in Denkmaler der Tonkunst in Bayern (1903); P. Gradenwitz, J. P. (Brünn 1936).

< >