(1) Sr, Oostenrijks componist van walsen (Wenen 14 Mrt 1804 - 25 Sept. 1849), studeerde bij Polyschansky, Seyfried en Jansa, trad spoedig op als altist in het kwartet van J. Lanner, sedert 1825 met zijn eigen orkest, behaalde wereldsuccessen met zijn walsen zoals Gabrielenwalzer, Lorelei-Rheinklänge, Caecilienwalzer, Elektrische Funken, Bajaderen-Walzer. Zijn zoon en naamgenoot heeft hem op dit gebied overtroffen en in het vergeetboek doen raken.
Lit.: F. Lange, Jos. Lanner und Joh. Str. (1904, 2de dr. 1919).
(2) Jr, Oostenrijks componist van dansen en operettes (Wenen 25 Oct. 1825 3 Juni 1899), zoon van Johann sr, studeerde bij Drechsler, richtte in 1844 een eigen orkest op, nam na de dood van zijn vader diens orkest over, waarmede hij grote concertreizen maakte.
In 1867 werd zijn wereldberoemde en nog steeds populaire wals An der schonen blauen Donau voor het eerst uitgevoerd. Bijna even bekend werden Geschichten aus dem Wiener Wald, Wiener Blut, Wein, Weib und Gesang en vele andere van zijn „Walzerketten”. In het laatste deel van zijn leven wijdde hij zich aan de operette-compositie met niet minder succes. Van het 15-tal werken op dit gebied zijn vooral Die Fledermaus, Eine Nacht in Venedig en Der Zigeunerbaron vermeldenswaard.
Lit.: F. Lange, J. Str. (1912); J. Schnitzer, Meister Johann (1920); E. Deczey, J. Str. (1921); H. E. Jacob, J. Str. (1937); W. Jaspert, J. Str. (1939); P. Kuringer, J. S. (Haarlem 1952).
