Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CANTOR

betekenis & definitie

(van Lat.: cantare, zingen), solozanger in kloosterkerken en andere koorkerken, die ook de leiding van de koorzang heeft. Reeds in de 4de eeuw bekend, hier en daar identiek met lector.

Het koor, dat de liturgische kunstzangen uitvoert, wordt in de 7de eeuw schola cantorum (elders ook schola lectorum) genoemd.In de Protestantse en Katholieke kerken werd de cantor niet alleen belast met de leiding van alle bij godsdienstoefeningen gegeven muziekuitvoeringen, maar bij grote kerken, waaraan een school was verbonden, moest de cantor naast muziekonderwijs ook onderricht geven in andere vakken, als Latijn, catechismus, gelijk bijv. J. S. Bach aan de „Thomasschule” te Leipzig.

In Frankrijk had men de Maître de Chapelle met soortgelijke functie(s).

< >