heer van Backerseele, Zellick, Cobbeghem, Berchem en Fenain (Brugge ca 1525 - Vilvoorden 14 Sept. 1568), was de zoon van een Brugs burgemeester en werd secretaris van graaf Lamoraal van Egmond, stadhouder van Vlaanderen. Hij was lid van het Verbond der Edelen en meer dan eenmaal als vertegenwoordiger van dat Verbond werkzaam.
In 1566 werd hij door Egmond benoemd tot gouverneur van Oudenaarde, waar hij de godsdienstvrijheid, zowel der R.K. als der Hervormden, beschermde. Ook verleende hij aan dezen aldaar en te Gent vrijheid, om buiten de stad kerken te bouwen en begaf hij zich naar Axel, om er de rust, door de Hervormden verstoord, te herstellen. Later volgde De Gasembroot de loyale en verzoenende politiek van Egmond en poogde zich aangenaam te maken bij het hof: hij wilde de Katholieke kerk niet aantasten, maar de rust handhaven door enige vrijheid aan de Gereformeerden toe te staan. Streng trad hij op tegen de schuldigen aan de Beeldenstorm, van wie hij er vele deed executeren.
Hij werd tegelijk met zijn heer in 1567 op last van Alva gevangengenomen, op de pijnbank gebracht en na vele folteringen 9 Aug. 1568 door de Bloedraad ter dood veroordeeld, en 14. Sept. onthoofd. Van hem zijn enige sierlijke Latijnse gedichten uitgegeven. Hij was gehuwd met Wilhelmina van Bronkhorst.