Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Jehan boutilher

betekenis & definitie

00k Le Boutillier, Bouteillier of Bottelgier geheten, is een der belangrijkste, meest betwiste en raadselachtigste juristen der late middeleeuwen. Bijna al zijn biografen vermelden verschillende geboorte- en overlijdensdata, verschillende geboorteplaatsen, en zijn het evenmin eens over de functies, die hij bekleed heeft, en over het land, waartoe hij gerekend moet worden.

Op grond van de meest recente publicaties zou hij rond 1340 te Perne (nabij Atrecht) geboren zijn en na in de rechten gestudeerd te hebben, luitenant van de baljuw van Vermandois (toenmaals een zeer belangrijke functie) en daarna plaatsvervangend hoofdbaljuw van Doornik, het Doornikse, Mortagne, Sint Amands (van 13861395) geweest zijn. Het is bewezen dat hij (ere-) raadsheer was van de koning van Frankrijk, en niet raadsheer in het Parlement te Parijs, zoals vele zijner biografen beweren. Hij overleed te Doornik tussen 16 Sept. 1395 en 24 Jan. 1396.Boutillier is de schrijver van de beroemde 1'domme rurale, waaraan hij bijna vijftig jaren zou gewerkt hebben. Dit werk bevat een verzameling van het canonieke en gewoonterecht van alle gewesten onderworpen aan het Parlement te Parijs, uit de laatste helft der 14de eeuw. Om dit werk te kunnen tot stand brengen, heeft Boutillier rijkelijk geput uit de Grand Coutumier de Normandie, de Etablissements dits de Saint Louis, de Anciens Usages d’Artois en uit de twee Styles van Guilhiermoz. Het werk, blijkbaar zonder vast plan opgesteld, bestaat uit twee boeken en 167 hoofdstukken. Over de betekenis van het woord rural zijn de biografen van Boutillier het ook niet eens: sommigen leiden er uit af dat het werk op het platteland (een wijk van Doornik, waar Boutillier een huis bezat) werd geschreven, terwijl anderen van oordeel zijn dat hiermede het gewoonterecht bedoeld wordt. De eerste editie, in Gothische letter, verscheen in 1479 bij Colard Mansion, te Brugge.

Een Nederlandse vertaling („Somme rurael, sprekende van allen rechten”), aangepast aan de practijk van de tijd en van de Nederlanden, van de hand van een onbekend advocaat bij de Grote Raad te Mechelen, werd in 1483 te Delft uitgegeven. Van de vele latere uitgaven is die van L. Charondas le Caron (1603) de beste. De laatste Franse editie is van 1621 (Biron). De Somme rurale is van zeer groot belang voor de kennis van het prae-geredigeerde gewoonterecht van het Doornikse, de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen.

DR L. TH. MAES

Lit.: Alb. Allard, Le jurisconsulte J. B. (Doornik 1894); F. Aubert, La Somme rurale de B. (Biblioth. de 1’Ecole des Chartes 1890, p. 501-505); A. Lefas, Sur le titre de la „Somme rurale” de J. B.

Rev. hist. de droit frang. et étranger, 1935, p. 89-101; O. de Meulenaere, Documents inédits pour servir a la biographie de J. B. (Bruxelles 1890); Idem, J. B., esquisse biographique Nouv. revue histor. de droit, ann. 1891, p. 18-35; P. Paillot, Un manuscrit peu cormu de la „Somme rurale” de J. B. et son auteur (Jacques de Graincourt), Revue du Nord, t. XXII, nr. 88 (Lille 1936), p. 273-280.

< >