Frans schrijver (Bavay in Henegouwen ca 1473 - 1ste kwart 16de eeuw), begon als volgeling van zijn oom Jean Molinet, de Bourgondische historieschrijver, studeerde daarna te Parijs, was sedert 1498 resp. verbonden aan de huizen van hertog Pierre de Bourbon, graaf Lodewijk van Ligny, daarna van Margaretha van Oostenrijk, hertogin van Savoye en later landvoogdes der Nederlanden, eindelijk van Anna van Bretagne en Lodewijk XII. Beambte, geschied- en pamfletschrijver, godgeleerde, was hij tevens bouwondernemer en zakenman.
Hij onderhield betrekkingen met allerlei kunstenaars, schilders en beeldhouwers, was vertrouwd met de geest van de Italiaanse en de Franse Renaissance en interesseerde zich zeer voor muziek. Zijn literaire vorming was die van een rederijker, maar door zijn veelzijdige aanleg en zijn kunstgevoel is hij reeds een man der Renaissance. Zijn werk ligt in een overgangsperiode: zo bijv., volgeling van Molinet in Le Temple d’honneur et de vertus streeft hij naar natuurlijkheid in La Plainte du Désiré (1503). Wat zijn prozawerk betreft, in Les Illustrations de Gaule et singularitéz de Troyes (1510-1513) dat een groot succes had, verschijnt hij als een uitstekend prozaschrijver, vol verscheidenheid, levendig, scherp, rhythmisch, woordenrijk. Hij spreidt er heel zijn belezenheid ten toon, ofschoon niet alle auteurs uit de eerste hand geciteerd worden. Het verhaalt ons de legende van de Trojaanse oorsprong van Fransen en Duitsers, waarop later Ronsard terug zal gaan voor zijn Franciade: de Franken stammen af van Francus, kleinzoon van Priamus. Door zijn La Concorde des deux langages is hij voor Du Bellay een voorloper der „Pléiade”.Bibl.: Le Temple d’honneur et de vertus; La Plainte du Désiré (gepubliceerd d. D. Yabsley, Paris 1932) ; Les Regrets de la dame infortunée (alle grafreden op rijm) ; La Différence des schismes et des conciles (polemisch werk tegen Rome) ; Epîtres de l’Amant vert à Madame Marguerite (1505); La Concorde des deux languages (1511 ; ged. in terzinen, die hij het eerst in 1503 van het Ital. overneemt); Les Illustrations de Gaule et singularitéz de Troyes (iste boek 1510, 2de 1512, 3de 1513, 4de niet versch.); Contes de Cupido et d’Atropos (gedr. 1527). Œuvres gepubl. door Stecher (Louvain, 1882-1891, 4 dln).
Lit.: Ph. A. Becker, J. L., der erste humanistische Dichter Frankreichs (Strassburg 1893); P. Spaak, J. L., sa vie et son œuvre (in: Rev. du XVIe s., 1921, 1922, 1923); A. Humpers, Etude sur la langue de J. L. de B. (Liège 1921) ; P. Spaak, J. L., son œuvre et ses meilleures pages (Bruxelles - Paris 1926), deze artikelen gebundeld; G. D out rep ont, J. L. et la Renaissance (Bruxelles 1934).