Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Jean CALAS

betekenis & definitie

(Lacaparède, in Languedoc, 19 Mrt 1698 - geradbraakt 9 Mrt 1762) was een Protestants koopman te Toulouse die beschuldigd werd zijn zoon te hebben gedood, omdat deze wilde overgaan tot het R.K. geloof. De familie hield vol, dat de jongeman zelfmoord had gepleegd.

Het proces voor het Parlement van Toulouse werd te midden van een zeer opgewonden publieke opinie gevoerd. Calas werd ter dood veroordeeld. Hij onderging zijn vonnis met grote standvastigheid; de kinderen werden in een klooster opgesloten. Zijn weduwe begaf zich nu naar Genève, waar zij een groot aantal vrienden vond.

Voltaire, die toen te Ferney zijn verblijf hield, wist na harde strijd door zijn geschrift: Sur la tolérance d cause de la mort de Jean Calas een revisie van het proces te verkrijgen, terwijl de beroemde advocaten Elie de Beaumont en Loisseau de Mauléon de verdediging van Calas op zich namen en geheel Frankrijk in gespannen verwachting de afloop verbeidde. Na inzage van de acten, door het Parlement te Toulouse opgezonden, werd in 1765 door de koning en de Staatsraad met algemene stemmen het vonnis vernietigd; Calas werd onschuldig verklaard aan de hem ten laste gelegde misdaad en aan zijn familie werden de verbeurd verklaarde goederen teruggegeven. Nog heden ten dage is de polemiek over de onschuld van Calas of de verregaande partijdigheid, waarmee Voltaire de revisieactie gevoerd heeft, niet tot rust gekomen. Hoe groot in de 18de eeuw de belangstelling voor de zaak-Calas in geheel Europa was — een soort krachtmeter in de strijd tussen traditionalisme en „tolerantie”, te vergelijken met de Dreyfus-zaak op de grens tussen de 19de en de 20ste eeuw — blijkt o.a. uit het bekende schilderij van Chodowiecki, Het afscheid van Jean Calas van zijn familie.Lit.: Dryander, Der Prozesz C. und die Toleranz (1886); Raoul Allier, Voltaire et C., une erreur judiciaire au 18e siècle (Paris 1898); Henri Robert, Les grands procés de l’Histoire (1922); Chassaigne, l’Affaire G. (1929).