Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Jean baptiste armand louis léonce elie de beaumont

betekenis & definitie

Frans geoloog (Canon, Calvados 25 Sept. 1798 - 22 Sept. 1874), werd, na verschillende geologische reizen, in 1824 mijningenieur. Sedert 1825 was hij met Dufrénoy belast met het geologisch onderzoek van Frankrijk, en zijn met dezen gezamenlijk uitgegeven geschriften vormen de basis voor de geologie van Frankrijk.

In 1829 werd hij hoogleraar aan de Ecole des mines, in 1832 aan het Collége de France en in 1833 ingenieur en chef der mijnen. In 1838 werd hij naar Algerië gezonden, om er de bodem te onderzoeken. In 1867 werd hij belast met de leiding der werkzaamheden voor een nieuwe geologische kaart op grote schaal.Bibl.: Recherches sur quelques-unes des révolutions de la surface du globe (Paris 1834), bevat zijn theorie omtrent de vorming van bergketenen, welke in zijn tijd veel bijval vond; Notices sur les systèmes des montagnes (1852), hierin betoogt hij, dat de ouderdom van een gebergte bij een bepaalde richting behoort, en dat de verschillende richtingen samen een stelsel van lijnen op de aardbol vormen, dat overeenkomt met de ribben van een pentagondodekaeder *. Zijn hoofdwerk is de Carte géologique de la France, samen met Dufrénoy vervaardigd (6 bladen, Paris 1840; 2de uitg., 1855, met 2 dln tekst); Fragment d’une carte géologique détaillée de la France, exécutée sous la direction de M. E. de Beaumont par Chancourtois (1867), een grote kaart, die het noordelijk gedeelte van Frankrijk voorstelt.

< >