Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Jan KLOPPER

betekenis & definitie

Nederlands civiel-ingenieur (Enkhuizen 17 Juli 1878), studeerde aan de Polytechnische School te Delft, trad in dienst bij de Maatschappij tot Exploitatie van de Staatsspoorwegen, doch werd in 1905 hoogleraar in de toegepaste mechanica aan de Technische Hogeschool. In 1919 werd hij hoogleraar aan en voor onbepaalde tijd rector-magnificus van de Technische Hogeschool te Bandoeng.

Tijdens verlof in Nederland werd hij in 1926 directeur der N.V. Machine- en Motorenfabriek v/h Thomassen en Co te De Steeg en in 1934 lid van de Raad van Beheer der Ned. Indische Spoorwegmaatschappij en lid van de Hoge Raad van Arbeid, waarvan hij in 1938 voorzitter werd. De veelzijdigheid van zijn werkzaamheden blijkt uit de talrijke commissies op velerlei gebied, waarin hij zitting heeft gehad. In 1948 werd hem het eredoctoraat van de Universiteit te Batavia verleend. Hij schreef een Leerboek der toegepaste mechanica (3 dln, 5de dr., 1949).

< >