Nederlands zeeofficier (Rotterdam ca 1619 - bij Kijkduin 21 Aug. 1673), nam als kapitein bij de Admiraliteit van de Maze deel aan de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) en in de jaren 1656-1663 aan de krijgsbedrijven van Van Wassenaer-Obdam in de Oostzee en van De Ruyter tegen Portugal en de Barbarijse zeerovers. In 1665 werd hij schout-bij-nacht en in 1666, tijdens de Tweede Engelse Oorlog (16651667), vice-admiraal.
Bijzonder onderscheidde hij zich bij de tocht naar Chatham (19-24 Juni 1667) als commandant van de voorhoede in het eskader, dat de Medway opvoer. In de Derde Engelse Oorlog (1672-1674) sneuvelde hij bij Kijkduin. Hij werd begraven in de Grote Kerk te Rotterdam en o.a. door Vondel bezongen,DRJ. K. OUDENDIJK
Lit.: J. C. de Jonge, Gesch. v. h. Ned. zeewezen, 2de dr., dln I en II (Haarlem 1858-59); Nieuw Ned. Biogr. Wb., dl III (1914); D. F. Scheurleer, Van varen en vechten, dl II (Den Haag 1914).
