Vlaams miniatuurschilder uit Oudenaarde, wiens werkzaamheid valt in het derde kwartaal der 15de eeuw, behoort tot de Brugse school. Op grond van bronnenstudie wordt hem de verluchting toegeschreven van twee belangrijke handschriften, nl. de Cronicques et Conquestes de Charlemaine (Brussel) en een getijdenboek bewaard te ’s-Gravenhage.
De versiering van enkele andere manuscripten wordt hem op gezag van stijlcritisch onderzoek toegeschreven. Zijn personen, vlot en haast karikaturaal in hun optreden, zijn schilderachtig ingeschakeld in uiterst levendige taferelen. Hij is de meest gevatte verteller uit zijn tijd en beoefende, naast de grisaille-techniek, tevens met geduld en vaardigheid het meest verfijnde kleurenpalet.PROF. DR FR. LYNA
Lit.: Fr. Winkler, Flam. Buchmalerei (1925); F. Lyna, Le Mortifiement de vaine Plaisance de René d’Anjou (1926).
