Zuidnederlands dichter (Brussel 1533 - 11 Mrt 1599), speelde een vooraanstaande rol in het politieke en literaire leven van zijn vaderstad. In 1578 kreeg hij, vermoedelijk op voordracht van prins Willem, het belangrijke ambt van „Consiellier ende Meester vander Rekeninghen ons Heeren des Coninckx van Brabant”.
Bij de overgave van Brussel, in 1585, maakte hij deel uit van de delegatie, die opdracht kreeg met Parma te gaan onderhandelen. Houwaert heeft veel geschreven, maar heel wat daarvan is nooit gepubliceerd of verloren gegaan. Zijn werk bestaat uit gelegenheidsgeschriften, vertalingen van Latijnse auteurs, lyrische gedichten, toneelspelen, ouderwets van geest en strekking, en leerdichten van grote omvang, zoals Milenus Clachte (1577-78), opgedragen aan de prins van Oranje, waarin Houwaert op nauwelijks bedekte wijze de Spaanse onderdrukking en Alva’s tyrannie aanklaagt; Pegasides Pleyn ofte Den Lusthof der Maechden (1582-83),een dichterlijke levensregel voor de vrouw in haar verschillende levensstaten en De Vier Wterste (begonnen kort na 1568, voltooid en uitgegeven in 1583), waarin Houwaert zich als een „schriftuerlijck” dichter laat kennen. Hij is een eigenaardige overgangsfiguur met typische trekken van de humanist en de renaissancist. PROF. DR E. ROMBAUTSLit.: uitvoerig in Bibliotheca Belgica H 13-34, 89-189.