Vlaams dichter en toneelschrijver (Kortrijk 1758 - 2 Aug. 1835), was schoenmaker, later stadsomroeper van beroep; de populairste en vermoedelijk ook vruchtbaarste auteur in de aan oorspronkelijke talenten zo arme periode; hij was laureaat in meer dan zestig prijskampen. Zijn blijvende verdienste ligt in het feit, dat hij als vooraanstaand rederijker onder de elkaar opvolgende Staatsregimes bewust de Vlaamse continuïteit verzekerde, samen met die andere Kortrijkzaan, de kroniekschrijver F.
Goethals-Vercruysse, grondlegger van de Sporenslag-traditie.Lit.: J. F. Willems, Verh. over de Nederduytsche Tael- en Letterk. II (1820-1824); J. O. de Vigne, De Zuidnederl. sehr, van het tijdstip der Fr. overheersing (1873); F. Loise in: Biogr.
Nat. IX (1886-1887); F. Rens in: Nederd. letterk. jaerboekje (1836).
