Vlaams bouwmeester (Rome? 1583 - Brussel begr. 6 Jan. 1651), toog ca 1608 naar de Nederlanden, vanwaar zijn familie afkomstig was en dank zij de tussenkomst van zijn zwager Cobergher* trad hij in dienst van de aartshertogen, als schilder en bouwmeester. Hij droeg hun zijn Premier livre d'architecture op (1616).
Zijn werkzaamheid ontwikkelde zich vooral op architectonisch gebied: voormalige Jezuïetenkerk te Brussel (in 1616 op bestaande grondvesten opgetrokken), Augustijnerkerk te Brussel (1618), Begijnhofkerk te Mechelen (in samenwerking met Huyssens, 1629). Verder ontwierp hij versieringen voor blijde inkomsten en begrafenissen, zo o.m. voor de blijde inkomst van de prins-kardinaal.Frankaert is met Cobergher de invoerder van de Barok in de Zuidelijke Nederlanden. In tegenstelling echter met Cobergher, die meer in Italiaanse geest werkte, entte hij de barokvormen op het inheemse Gothische schema. Zo schiep hij in de Begijnen- en Augustijnerkerken te Brussel het type van de Vlaamse barokkerk in de 17de eeuw.