Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Blijde

betekenis & definitie

heette een in de middeleeuwen bij belegeringen van ommuurde steden en burchten gebruikt werktuig van het slinger-principe, om stenen, metalen kogels, brandstoffen en zelfs krengen in de vesting te werpen.

Het bestond uit een onderstel, waarop een zwengel of wipboom om een horizontale as draaibaar was en waarvan de lange arm de menselijke arm verving, terwijl de korte hefboomsarm een zwaar gewicht droeg. Om de zwengel neer te halen bezigde men touwen met of zonder windas. Nagenoeg waterpas werd de zwengel met een klink vastgezet en in de schoen of lepel van de slinger het „projectiel” gelegd. Door het plotseling vrij geven van de hefboom bracht het gewicht aan de korte arm deze in een versnelde beweging, welke in verticale stand werd gestuit, waarbij het projectiel werd weggeslingerd. Afhankelijk van de aard van het tegenwicht (vast of beweeglijk) bestonden er verscheiden soorten blijden. De bedieningsmanschappen werden blijdeniers genoemd (zie ballist en catapult).

Lit.: Otto Piper, Burgenkunde (1905); F. A. Hoefer, Een Nederl. Middeleeuwsche vesting (Elsevier’s geïll. mndschr. 1909).

< >