(1) is de Latijnse benaming van reisbeschrijvingen of reisroutes. Vermeldenswaard zijn:
1. twee Itineraria Antonini, officieel uit het begin der 4de eeuw n. Chr. daterende reisboeken, d.w.z. opgaven der stations op de Romeinse wegen met opgave der afstanden over land en over zee;
2. Itin. Burdigalense of Hierosolymitanum, uit 333 n. Chr., de beschrijving van een pelgrimsreis van Bordeaux naar Jeruzalem;
3. Itinerarium Alexandri, overzicht van de tocht van Alexander de Grote, opgedragen aan keizer Constantius bij zijn expeditie tegen Perzië in 340-345. Aan de Itineraria is ook verwant de Tabula Peutingeriana (z Peutinger).
Bibl.: A. de Fortia d’Urbau, Recueil des itinéraires anciens (Paris 1845); I. Antonini Augusti et Hierosolymitanum, ed. G. Parthey en M. Pinder (Berolini 1848); Itinera Hierosolymitana, ed. P.
Geyer (Vindobonae 1898); Itineraria romana, ed. O. Guntz: I It. Antonini Augusti et Burdigalense (Lipsiae 1929), II Ravennatis Anonymi Cosmographia, ed. J. Schaetz (ald. 1940, z Geograaf van Ravenna).
Lit.: K. Miller, I. romana. Römische Reisewege an der Hand der Tabula Peutingeriana dargestellt (Stuttgart 1916); W. Kubitschek, Itinerar-Studien (Wien 1919, Akad. d.Wiss., Phil.Hist. Klasse 61). Volgens J. v.
Galen (Was Albiobola het Romeinse Utrecht?, in: Jaarboekje van Oud-Utrecht 1950) dateert het I. Antonini uit de 2de helft van de 6de eeuw of nog later, althans wat Nederland betreft.
(2), heet ook het liturgisch reisgebed, bestaande uit de lofzang van Zacharias (Lucas i : 68-79) en verscheidene oraties.