Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Isaac barrow

betekenis & definitie

Engels wiskundige en godgeleerde (Londen 1630-4 Mei 1677), was student, vervolgens master of Trinity College te Cambridge; verliet het land in 1655 als verdacht van koningsgezinde en Arminiaanse gevoelens, reisde door Frankrijk en Italië naar het Oosten, tot Smyrna en Constantinopel toe, en keerde vervolgens door Duitsland en Nederland in 1659 naar Engeland terug. In 1660 werd hij hoogleraar in het Grieks te Cambridge, vervolgens in de wijsbegeerte en ten slotte hoogleraar in de meetkunde aan het Gresham College.

Zijn roem berust vooral op zijn XIII Lectiones geometricae (1670), waardoor hij de weg gebaand heeft tot de aanwending der differentiaal-rekening in de geometrie, en op zijn Lectiones opticae (1669), waarin de algemene formules betreffende de breking in sferische lenzen gegeven worden. In 1669 stond hij zijn leerstoel af aan zijn leerling Newton* om zich geheel aan de godgeleerdheid te kunnen wijden; hij werd een van Engelands grote predikers in zijn tijd. In 1675 aanvaardde hij het ambt van kanselier van zijn Universiteit. Zijn graf is te Londen in de Westminster Abbey.Bibl.: The theological Works of I. Barrow, ed. by Tillotson, 4 vols, I683~’89; beste uitgave door A. Napier, met biografie door Whewell, 9 vols, Cambridge Univ. Press, 1859.

Lit.: Diction. of Nation. Biography, III, 299-305.

< >