Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Innocenttus

betekenis & definitie

naam van 13 pausen.

Innocentius I,

Heilige, paus van 402-417 (gest. Rome 12 Mrt 417), droeg door zijn optreden op leerstellig en politiek gebied veel bij tot de ontwikkeling van Rome’s primaat. Herhaaldelijk wees hij er op, o.a. in zijn Decretalen, dat gewichtige strijdvragen (causae majores) aan Rome ter beslissing moesten worden voorgelegd. In verband daarmede deden de synoden van Carthago en Mileve in 416 een beroep op Innocentius om de door haar uitgesproken veroordeling van Pelagius’ leer goed te keuren en te bekrachtigen, waaraan hij gevolg gaf. Hij interesseerde zich sterk voor het lot van de patriarch van Constantinopel Johannes Chrysostomos I, zonder evenwel diens verwijdering van zijn bisschoppelijke zetel te kunnen voorkomen. Door de aanstelling van de bisschop van Thessalonica tot plaatsbekleder van de bisschop van Rome werd hij de stichter van het pauselijk vicariaat van Thessalonica.

In de strijd tussen keizer Honorius en Alarik I, koning der Westgoten, trachtte hij de keizer te bewegen zijn aan de Goten vijandige politiek te wijzigen en het bedreigde Rome voor plundering te behoeden. Hij slaagde slechts in zoverre, dat de voorname basilieken gespaard bleven. Feestdag 28 Juli.

Lit.: H. Gebhardt, Die Bedeutung I. I für die Entwicklung der päpstl. Gewalt, diss. Leipzig (1901); E. Gaspar, Gesch. des Papsttums I (1930); F.

X. Seppelt, Der Aufstieg des Papsttums (1931).

Innocentius II

(paus van 14 Febr. 113024 Sept. 1143), te Rome geboren, heette tevoren Gregorius Papareschi. Hij zag zich geplaatst tegenover de tegenpaus Anacletus II, die behalve Roger van Sicilië ook het volk van Rome op zijn hand had, zodat Innocentius die stad moest ontvluchten. Hij vond een toevlucht in Frankrijk en Duitsland. Door de invloed van Bernardus van Clairvaux wijzigde de stemming van het Romeinse volk zich ten gunste van Innocentius, waarin Anacletus’ opvolger Victor IV aanleiding vond zich drie maanden na zijn verkiezing te onderwerpen (1138). Op het tweede Lateraanse Concilie, in 113g door Innocentius tot volledige liquidatie van het schisma bijeengeroepen, werd Roger van Sicilië als begunstiger van het schisma in de ban gedaan. In de daarop volgende strijd werd Innocentius gevangengenomen en niet meer vrijgelaten, voordat hij Roger bij het Verdrag van Mignano (1139) als koning erkend en met Apulië beleend had.

Lit.: E. Mühlbacher, Die streitige Papstwahl des I. 1130 (1876); G. Wieczorek, Das Verhältnis des Papstes I. zu den Klöstern, diss. Greifswald (1914).

Innocentius III

tevoren Lotharius, graaf van Segni (Anagni 1161 - Perugia 1216), paus van 8 Jan. 1198 - 16 Juli 1216, was een ware heersersnatuur, die het pauselijk gezag tot hoog aanzien bracht. Hij voltooide op grondige wijze in Parijs en Bologna zijn studies in de theologie en het kerkelijk recht en schreef als kardinaal verschillende ascetische werken. Hij maakte van de zwakheid der keizerlijke macht gebruik om Ancona, Tuscië en Spoleto te bezetten. In Beneden-Italië had hij het bewind in handen als voogd van de latere keizer Frederik II. De dubbele keizerskeuze van Philips van Zwaben, de candidaat der Staufische vorsten, en Otto IV, die der Welfische vorsten (1198), gaf Innocentius aanleiding zich in de aangelegenheden van Duitsland te mengen; eerst sloot hij zich bij Otto aan; later koos hij voor Philips partij, toen deze meer macht kreeg. Na diens vermoording (1208) verzoende Otto zich met de paus en werd hij in 1209 te Rome gekroond.

Doch toen hij aanspraken maakte op Italië, deed Innocentius hem in de ban en zond Frederik II als tegenkoning naar Duitsland. Deze erkende de paus als leenheer van Sicilië, waarbij hij beloofde de vereniging van dat gebied met het Duitse rijk te zullen verhinderen. Hierop volgde in 1215 Frederiks kroning tot Rooms koning in Aken. Otto’s bewind beperkte zich voortaan tot diens erflanden. Nog meer succes had Innocentius in Engeland. Toen koning Jan zonder Land de door de paus benoemde aartsbisschop van Canterbury, Stephan Langton, niet wilde erkennen, sprak hij de banvloek over hem uit, over Engeland het interdict (1208) en schonk het land aan Philips II van Frankrijk, totdat de paus na de onderwerping van de koning deze in 1213 zijn gebied tegen een jaarlijkse schatting als leen teruggaf.

In Frankrijk dwong hij Philips Augustus zijn gemalin Ingeborg, die hij in 1193 verstoten had, in 1201 weer aan te nemen. De Bulgaren en Walachen gaf hij een koning; in Polen, Hongarije, Dalmatië en Noorwegen trad hij als scheidsrechter op. Hij gaf de stoot tot de 4de Kruistocht (1202-1204), die de stichting van het Latijnse Keizerrijk te Constantinopel ten gevolge had. In 1215 riep hij het 4de Lateraanse Concilie bijeen met als voornaamste doel: de bevrijding van het H. Land en de hervorming der Kerk. Het veroordeelde de Waldenzen en de Albigenzen en legde het Katholieke geloof, in het bijzonder de leer over het H. Sacrament des Altaars, in een symbolum vast.

Bibl.: Zijn onvolledig bewaarde brieven, preken en geschriften vindt men bü Migne P.L. 214-217; Registrum Inn. III super negotio Romani imperii (fotogr. herdr. m. inl. v. W. M. Peitz, Rome 1928).

Lit.: R. Sc h we me r, I. III und die deutsche Kirche (1882); W. Molitor, Die Decretale ,,Per venerabilem” u. ihre Stellung im öffentlichen Rechte der Kirche (Münster 1896); E. Gütschow, I. III u.

Engl. (1905); A. Luchaire, I. III, 6 dln (Paris 1904-08); C. Pirie-Gordon, I. the Great (London 1907); E. Meyer, Staatstheorien P. I.

III (Bonn 1919); Joh. Haller, I. III (in: Meister der Politik, 2de dr., 1923); Idem, Das Papsttum. Idee und Wirklichkeit (1939), dl II, blz. 280 vv. en 298 w.; L. L. Binns, I.

III (London 1931, Great medieval churchmen); L. Seeger, Die Reorganisation des Kirchenstaatesunter I. III (1937), J. Glayton, Pope I. and His Times (1941).

Innocentius IV

eigenlijk Sinibaldo Fiesco, graaf van Lavagna (paus van 25 Juni 1243 - 7 Dec. 1254; geboren te Genua, gest. te Napels), was een uitstekend kenner van het kerkelijk recht. Hij zag zich gedwongen evenals zijn voorganger Gregorius IX na mislukte onderhandelingen de strijd tegen Frederik II voort te zetten. Innocentius zocht in 1244 een toevlucht in Lyon, waar hij 24 Juni 1245 de 13de algemene kerkvergadering bijeenriep. Frederik werd van zijn waardigheden ontzet, zodat zijn onderdanen hem niet langer behoefden te gehoorzamen. Bovendien schreef Innocentius een kruistocht tegen hem uit. In het heetst van het conflict stierf de keizer (1250), maar de strijd werd door zijn zoon Koenraad IV tegen de naar Rome teruggekeerde Innocentius voortgezet. Na diens dood (1254) trok Innocentius Napels binnen.

Bibl.: hoofdwerk: Apparatus in V libros decretalium (Argentorati 1477, Venetiae 1481 enz.); Les registres d’Inn., éd. p. E. Berger (4 dln, Paris 1884-1920).

Lit.: H. Weber, Der Kampf zwischen I. IV und Friedr. II bis 1244 (1900); A. Folz, Friedr. II u.

I. IV i244-45 (1905); P. Deslandres, I. IV et la chute des Hohenstaufen (Paris 1907); L. Dehio, I. IV und England (1914) J E.

Kantorowicz, Friedrich II (2 dln, i927/29); F. Podestä, Papa I. IV (Milano 1928); G. von Puttkamer, Papst I. IV (1930).

Innocentius V

zalige (paus van 21 Jan. - 22 Juni 1276; te Champigny geb. 1225), Dominicaan, te voren Petrus a Tarantasia. Als paus volgde hij de politiek van zijn voorganger Gregorius X,die gericht was op het herstel van de vrede in Europa om daardoor een kruistocht mogelijk te maken. Tevens ijverde hij voor de hereniging van de Grieken met Rome. Hij schreef commentaren op de brieven van Paulus en op de Sententiae van Petrus Lombardus. Feestdag 22 Juni.

Lit.: J. P. Mothon, Vie du b. I. (Rome 1896); E. Bourgeois, Le bienheureux I. V (1899); Gh.

F. Turinaz, Un pape Savoisien (Nancy 1900); Beatus Innocentius V, studia et documenta (Romae 1943); M. H. Laurent, Le bienheureux Innocence V et son temps (Gittä del Vaticano 1947).

Innocentius VI

(paus van 18 Dec. 1352 - 12 Sept. 1362; geb. te Mont in Limousin, gest. te Avignon), te voren Stephanus Aubert, 1338 bisschop van Noyon, 1340 van Clermont. Hij zetelde te Avignon, was ervaren in de rechtsgeleerdheid, streng van zeden en poogde aan de behoefte aan hervorming tegemoet te komen door beperking der weelde aan zijn Hof. Verder bracht hij in 1354 met de steun van kardinaal Albornoz de steden in de Kerkelijke Staat tot onderwerping, ofschoon hij er de wanordelijkheden niet kon dempen. Toch was het hem mogelijk Karel IV in Rome tot keizer te kronen (1355). Hij trad in verschillende conflicten als vredestichter op, bereidde een kruistocht voor en werkte voor de hereniging van de Griekse met de Roomse Kerk.

Lit.: L. Pastor, Gcsch. der Päpste I (Freiburg i. Br.,4 1901, blz. 95-96); D. Cerri, Innocenzo Papa VI (Torino 1873); N. ScheffIer, Karl IV u. Inn.

VI 1355-1360 (1912); G. Mollat, Les papes d’Avignon, 6de dr., Paris 1930, m. bibl. (1389).

Innocentius VII

(paus van 17 Oct. 14046 Nov. 1406; geb. te Sulmona ca 1336, gest. te Rome), te voren Cosimo dei Migliorati, was. achtereenvolgens aartsbisschop van Ravenna (1387) en bisschop van Bologna (1389), pauselijk schatmeester en kardinaal (1389), en werd gedurende de periode der Westerse scheuring door de Italianen gekozen, terwijl de Fransen Benedictus XIII tot paus verhieven. In Aug. 1405 moest hij wegens een opstand der Romeinen naar Viterbo vluchten, van waar hij het volgende jaar terugkeerde. Ter beëindiging van het schisma beriep hij in 1404 een algemeen concilie te Rome, maar een opstand maakte de samenkomst der prelaten onmogelijk.

Lit.: P. Brand, I. VII, in: Studi e doe. di storia e diritto, 2» (1900).

Innocentius VIII

(paus van 29 Aug. 1484 25 Juli 1492; geb. 1432 te Genua), te voren Giambattista Cibo, werd 1466 bisschop van Savona, 1472 van Molfetta, 1473 kardinaal. Hij dankte zijn keuze tot paus aan kardinaal Giuliano della Rovere, de latere paus Julius II. Terwijl hij steeds oproepingen deed tot een oorlog tegen de Turken, hield hij de broeder en mededinger van sultan Bajazet II, welke laatste hem daarvoor betaalde, in de gevangenis. Ook vernieuwde hij de wetten tegen toverij en hekserij. Hij is de eerste paus, die zijn natuurlijke kinderen openlijk erkende en bij het huwelijk van zijn zoon Franceschetto met de dochter van Lorenzo de Medici een feestmaal in het pauselijk paleis liet aanrichten. Een der onwaardigsten onder de Renaissance-pausen.

Lit.: L. v. Pastor, Gesch. der Päpste III (1895).

Innocentius IX

(paus van 29 Oct. - 30 Dec. 1591; geb. te Bologna 20 Juli 1519), heette te voren Gianantonio Facchinetto. Hij leefde in een streng ascetisme alleen voor zijn ambtsplichten en de studie. Hij was een grondig kenner van Plato en Aristoteles. Zijn vele geschriften werden echter niet uitgegeven.

Lit.: L. v. Pastor, Gesch. der Päpste X (574-587).

Innocentius X

(paus van 15 Sept. 1644 - 7 Jan. 1655; geb. te Rome 6 Mei 1574), te voren Giambattista Pamfili, werd 1621 nuntius te Napels, daarna pauselijk datarius in Frankrijk, vervolgens patriarch in Antiochië, 1627 kardinaal. Door het pauselijk graanmonopolie richtte hij de landbouw in de Kerkelijke Staat te gronde. In 1648 veroordeelde hij in de bulle Zelo domus Dei sommige tegen het kerkelijk recht indruisende bepalingen van de vrede van Munster en in 1653 in de bulle Cum occasione vijf stellingen uit de Augustinus van Jansenius.

Lit.: L. v. Pastor, Gesch. der Päpste XIV (1929), blz. 1-299.

Innocentius XI

(paus van 21 Sept. 1676 ii Aug. 1689; geb. te Como 19 Mei 1611), te voren Benedetto Odescalchi, was eerst krijgsman, daarna geestelijke en achtereenvolgens kardinaa-llegaat van Ferrara (1645) en bisschop van Novara (1650). Hij was een man van strengzedelijke beginselen en bestreed het laxisme in de moraaltheologie, het probabilisme en het quiëtisme van Molinos. Tevens poogde hij de financiën van de Kerkelijke Staat door spaarzaamheid te verbeteren, ondersteunde Oostenrijk tegen de Turken en veroordeelde de „vier stellingen” der Gallicaanse Kerk (1682). Tegen Lodewijk XIV voerde hij strijd over de koninklijke rechten (Regaliënstrijd) bij het bezetten van vacante bisdommen. Zijn reeds ingeleid zaligverklaringsproces vond tot heden geen voortgang.

Bibi.: Epistolae Inn. XI ad principes, ed. J. J. Berthier (2 dln, Roma 1891-1895); F. de Bojani, Inn. XI, Sa correspondance avec ses nonces (3 dln, Rome 1910-1913).

Lit.: E. Michaud, Louis XIV et Inn. XI (4 dln, Paris 18821883); M. Immich, I. XI (1900, Prot.); W. Praknoi, Inn.

XI u. Ungarns Befreiung v. d. Türkenherrschaft (Duitse vert. 1902); R. Thein, Inn. XI u. die Türkengefahr 1683, diss. Breslau (1912).

Innocentius XII

(paus van 12 Juli 1691 - 27 Sept. 1700; geb. bij Spinazzola 13 Mrt 1615), te voren Antonio Pignatelli, was herhaaldelijk nuntius, bisschop op verschillende plaatsen, in 1682 kardinaal en in 1687 aartsbisschop van Napels. Hij werd na een conclave, dat bijna een halfjaar in beslag nam, tot paus gekozen. Door de constitutie „Romanum decet pontificem” van 22 Juni i6g2 schafte hij het nepotisme af en sloot hij vrede met Lodewijk XIV, nadat deze de pauselijk aanspraken in de strijd om de vrijheden der Gallicaanse Kerk bevredigd had. Hij veroordeelde inzake het geschil over de quiëtistische mystiek in Frankrijk in 1689 uit Fénélons Explication des maximes des saints 23 stellingen.

Bibl.: Bullarium Inn. XII (Roma 1697).

Lit.: L. v. Pastor, Gesch. der Päpste XIV (1929), blz. 10731166.

Innocentius XIII

(paus van 8 Mei 1721 7 Mrt 1724; geb. te Poli bij Palestrina 13 Mei 1655), te voren Michele Angelo dei Conti, was een oprecht, nauwgezet en weldadig kerkvorst, maar te zwak tegenover Frankrijk. Hij beleende keizer Karel VI met Napels, maar protesteerde er vruchteloos tegen, dat Parma en Piacenza als rijksleen aan de infant don Carlos geschonken werden. Hij droeg na een 14-jarig verblijf als nuntius in Portugal de Jezuïeten geen goed hart toe en eiste hun onderwerping aan de pauselijke decreten over de Chinese en Malabarische riten naar aanleiding van de accommodatiestrijd. Hij zette de strijd tegen het Jansenisme voort.

Lit.: L. v. Pastor, Gesch. der Päpste XV (1930), blz. 391-460.

< >