Russisch dichter (1856-1909), is pessimistisch als Baudelaire, heeft het muzikale met Verlaine gemeen; de hoge opvatting van het dichterschap deelt hij met Mallarmé. Annenski is vooral begaan met het leed, dat in de natuur schuilt; het levenloze neemt in zijn gedichten levende vormen aan; heel de natuur is bezield en lijdt in haar bezieling.
Deze smart krijten de klokken, de poppen, de draaiorgels enz. uit. Zijn gedicht de Kolokoljtchiki (De Klokkenluiders) geldt als het eerste futuristische gedicht in Rusland geschreven. Zijn invloed op andere dichters is groot geweest. Speciaal Brjoesow en de Sovjet-dichter Pastjernak zijn zonder Annenski niet te denken. Voornaamste bundels: Tichië pjesni (Stille zangen), Kiparisowi larets (De Cypressen-schrijn) enz.