of litterae decretales zijn pauselijke beslissingen, meestal in briefvorm uitgevaardigd, over kerkelijke aangelegenheden, waarover de paus door afzonderlijke personen of kerken geconsulteerd werd, maar die wegens het gezag van de H. Stoel overal werden aanvaard en aldus algemene rechtskracht kregen.
Van de 4de eeuw af werden deze pauselijke decretalen in registers opgetekend en in een archief bewaard. De Regesta Pontijicum tot aan Innocentius III (1198-1216) zijn echter voor het grootste gedeelte verloren gegaan. Slechts enkele fragmenten zijn nog over. Zo bevat bijv. de Collectio Dionysiana van Dionysius Exiguus (gest. ca 565) 38 oude pauselijke decretalen.
De decretalen van de zgn. Collectio Pseudo-Isidoriana (9de eeuw) zijn gedeeltelijk vals of vervalst. Na het Decretum Gratiani ontstonden er verschillende min of meer officiële collecties van Pauselijke Decretalen. Zeer belangrijk waren de decretalen van Gregorius IX, verzameld door de H. Raymundus van Pennafort en in 1234 officieel geworden.
Later werden aan deze collectie nog verschillende collecties toegevoegd: Het Liber Sextus Bonifatii VIII, de Clementinae, de Extravagantes Johannis XXII en de Extravagantes communes. Met het Decretum Gratiani vormen deze vijf collecties decretalen het Corpus Iuris Canonici, de grote rechtsbron voor de Katholieke Kerk vóór 1918. Van de 16de eeuw af werden de pauselijke stukken verzameld in de zgn. Bullaria.Lit.: A. van Hove, Prolegomena, 2de ed. (945) (m. lit. opg.).