is de kunstmatige opwekking van immuniteit. Men onderscheidt een actieve en een passieve vorm.
In het laatste geval worden antistoffen aan het lichaam toegevoegd om het in de strijd tegen de bacteriën te steunen. Passieve immunisatie wordt vnl. toegepast tegen ziekteverwekkers, die gifstoffen (toxines) afscheiden, zoals diphtherie-, dysenterie- en tetanusbacillen. Antistoffenbevattend serum (Antiserum) van een reconvalescent (herstellende) of van een geïmmuniseerd dier wordt in het begin van de ziekte toegediend. Bij tetanus ook als prophylaxe. De weerstand neemt snel toe, maar verdwijnt na korte tijd weer. Deze behandeling heeft ten doel de ziekte minder ernstig te doen verlopen en complicaties te vermijden.
Mazelen-reconvalescentenserum wordt soms toegediend aan weinig weerstandskrachtige kinderen, kort nadat zij aan een besmetting met mazelen zijn blootgesteld, ten einde het uitbreken der ziekte te verhinderen. Ook deze passieve immuniteit gaat snel voorbij.Actieve immunisatie is het uit eigen kracht verhogen van de weerstand. Deze berust op het feit, dat indien het aantal en de aanvalskracht der bacteriën gering is, de mens zonder ziek te worden de infectie overwint, maar wel antistoffen vormt, die hem tegen een eventuele latere besmetting min of meer beschermen. Actieve immunisatie geschiedt door middel van vaccinatie. De huid wordt behandeld met levende, doch verzwakte ziektekiemen tegen pokken en tuberculose (z B. C. G.), met gedode ziektekiemen tegen typhus en cholera of met een bacterieproduct tegen diphtherie en tetanus.
De immuniteit is dus van dezelfde aard als de door de ziekte zelf verworven weerstand, echter niet zo krachtig. Zij ontwikkelt zich na enkele weken en blijft enige jaren bestaan. Men vaccineert liefst in de kinderleeftijd.
Verhoogde immuniteit kan ook door selectie worden verkregen. Na grote epidemieën geraken individuen met een weerstandskrachtige aanleg in de meerderheid.
Voor de dosering van sera is een maat nodig. De antitoxische eenheid is de hoeveelheid antitoxine, die nodig is om 1000 minimale letale doses toxine
te neutraliseren. De minimale letale dosis is de hoeveelheid toxine, waaraan een cavia van 250 g in 4 dagen sterft.
Is men genoodzaakt meer dan één seruminjectie te geven, dan moet men bij de tweede injectie serum van een ander dier nemen om een anaphylactische reactie te voorkomen (z allergie).
A. WESSELIUS-DE CASPARIS.