(onsterfelijken) of strobloemen, zijn bloemen die in gedroogde toestand hun kleur en stevigheid behouden. Ook de vliezige tussenschotten van de vruchten van de Judaspenning (Lumaria biennis) rekent men er toe.
Zij worden veel gebruikt voor winterbouquetten. Het gebruik van strobloemen is niet groot meer in de moderne bloemsierkunst. De bekendste en meest gekweekte strobloemen zijn: Statice sinnata (wit, geel, blauw, rosé en koperkleurig) en Helichrysum bracteatum (warme kleuren als rood, bruin, oranje, geel, rosé en wit). De eerste worden veel in Aalsmeer en Rijnsburg geteeld. Enkele andere mooie strobloemen zijn Acroclinium, Heranthemum, Ammobium, Rhodante, Gnaphalium en Gomphrena. De meeste strobloemen zijn eenjarige zaaibloemen en behoren tot de Composieten; Statice behoort tot de Plumbaginaceèn.
Ook de siergrassen zoals Agrostis (Nevelgras), Briza (trilgras), Lagurus (Hazestaart) en Cynerium syn. Cortadera (pampasgras) worden wel tot de immortellen gerekend.
