Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Imam

betekenis & definitie

is een in het Mohammedaanse rechts- en godsdienstleven gebruikelijk woord van verschillende betekenis. In de Koran betekent het een „voorganger” of „leider”.

In technische zin is de imâm de persoon, die de Mohammedaanse gemeente voorgaat in het door de wet voorgeschreven „plichtgebed” (salât). Dit voorgangerschap was in de oudste tijden een van de functies van de politieke leiders der Mohammedanen, in de eerste plaats van de kaliefen en van de gouverneurs in de provincies. Vandaar, dat de kaliefen ook imâm werden genoemd, waarbij men dan onderscheidde tussen het grote imâmaat, dat de functie van de kalief als politieke leider aanduidde en het kleine imâmaat, dat in het bijzonder het voorgangerschap bij de eredienst betekende. Toen onder de regering van de kalief Ali (656-661) de Mohammedaanse burgeroorlog uitbrak over de politieke machtsopvolging, gebruikten Ali’s aanhangers, d.w.z. de eerste Sjï’ieten, steeds het woord imâm voor de rechthebbende op het leiderschap. De latere Sjï’ieten kennen daardoor ook de titel imâm toe aan de afstammelingen van Ali, ook al hebben deze de facto nooit het politieke gezag in de Mohammedaanse wereld gehad. De Sjï’ieten. die deze imâms erkennen, heten daardoor ook Imâmieten; zij zijn in verschillende sekten verdeeld; de zgn. „twaalvers” kennen twaalf imâms, van wie Ali de eerste is; de laatste imâm al-Mahdï, geboren in 869 te Samarra, is naar zij geloven in 940 aldaar op mysterieuze wijze verdwenen, om eerst tegen het einde der wereld terug te keren; in het verborgen bestuurt hij de wereldse zaken. Een andere sekte, de „zeveners” of Ismailieten, kennen slechts zeven imâms. Hun laatste of zevende imâm Isma’il is in 760 te Medina gestorven, hetgeen echter door zijn aanhangers ontkend wordt; volgens sommige overleveringen is hij de stamvader van de Fâtimiedendynastie in Noord-Afrika en Egypte.Het woord imâm is verder in de meeste Mohammedaanse landen in gebruik gebleven voor de persoon, die aan het hoofd van een moskee staat. In Indonesië duidt het een lagere moskeefunctionaris aan. Ook beroemde autoriteiten op theologisch en juridisch gebied worden met deze titel getooid.

< >