prins van Nowgorod-Sjewersk (ca 11501202), vervult in de geschiedenis der Russische volkspoëzie een merkwaardige rol als hoofdpersoon van het Lied van den krijgstocht van Igor, waarin zijn ongelukkige veldtocht tegen de Polowzers (1185) bezongen wordt. Het werd in 1795 ontdekt in een uit de 14de (volgens sommigen 16de) eeuw dagtekenend handschrift, in het bezit van een klooster te Jaroslaw, en is in 1800 te Moskou uitgegeven, later herhaaldelijk opnieuw, ook in andere talen (o.a. in het Nederlands vertaald door A.
M. Pols (Antwerpen 1937)), en baarde veel opzien. Het handschrift is in 1812 bij de brand van Moskou verloren gegaan.Bibl.: uitg. d. W. Perez (Kiew 1926, m. comm.), tekst met nieuw-Russ. vert. (Moskou 1934).
Lit.: A. Mazon, Le Slovo d’Igor (Paris 1940).