Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Hyacint

betekenis & definitie

(1) is een bolgewas dat behoort tot het geslacht Hyacinthus der familie der Lelieachtigen (groep: Euhyacinthus), voorkomend in het Middellandse Zee-gebied, in Klein-Azië, Mesopotamië, Palestina, Egypte, „de” stamsoort van de hier veelvuldig gekweekte hyacinten.

Daarnaast komen in de cultuur andere planten voor, die misleidende volksnamen dragen w.o.: Kaapse hyacint, Galtonia candicans Dcne, ook Hyacinthus candicans; Wilde hyacint, Endymion nutans Dum.; Druifhyacint, Muscari botryoides W.; Kuifhyacint, (Af comosum Mill.); Pluimhyacint, (Af comosumplumosum); Siberische Sterhyacint, Scilla sibirica Andrews.

Van Hyacinthus orientalis L. komen verschillende vormen voor o.a.: de var. albulus Baker, „de Romaine blanche”, met rechtopstaande, smalle gootvormige bladeren, losse armbloemige witte trossen waarvan de nagels zwak klokvormig zijn met smalle lange slippen; de var. provinceales Baker, „Blanche de Montagne” met zeer smalle, zwak gootvormige bladeren en slappe stengel, ook armbloemig, nagels later vrij klokvormig; de var. praecox Voss, „Italienne”, veel met de eerste overeenkomend, maar met klokvormige nagels en gele meeldraden, vroeg bloeiend, bollen lichtgrijs.

Al deze vormen worden gekweekt in Zuid-Frankrijk en in Italië. De Romaine Blanche zijn de veel verhandelde Romeinse hyacinten, veel kleiner dan onze hyacinten met ijlere trossen en fijnere nagels. Ze zijn echter niet bestand tegen ons klimaat.

De H. orientalis is een kruidachtige plant met vrijwel ronde meerjarige bol, soms met wat uitstekende top, „de neus”, en met platte, iets ingezonken bodem.

Jaarlijks sterven aan de omtrek enige rokken af, die in de bewaarschuur indrogen. In het centrum vormen zich nieuwe bolrokken uit de bladscheden der bladeren. De bladeren staan verspreid om de top van de bolbodem, elk blad het basale deel van het volgende ten dele bedekkend, zodat ze samen beneden een kruidkoker vormen.

Midden in de kruidkoker staat de bloemtrosstengel, waarlangs korter of langer gesteelde bloempjes, „nagels” geheten, in de oksels van kleine, soms gekleurde schutblaadjes staan. Het aantal, de vorm en de kleur dier nagels varieert sterk; lichtgeel, fletskleurig oranje, rosé rood, blauw, lila en paars, en wit. Zelfs komen dubbelbloemigen in vele kleuren voor.

De indeling der talloze cultuurvormen geschiedt naar de bloemkleur en naar het al of niet dubbelbloemig zijn van de nagels. Men drukt dit uit door het plaatsen van een paar letters vóór de naam, bijv. E. W. l’Innocence d.i. Enkel Wit lnnocence, D. R.

Alice Roosevelt d.i. Dubbel Rood (hier Rosé) Alice Roosevelt, waarbij door de tweede letter alleen de hoofdkleur wordt aangegeven.

De grote variatie in vorm, kleur en grootte is verkregen door zaaien, zonder of met meer of minder doelbewuste hybridisatie, door verlopen d.i. door het optreden van knopvariaties en door selecteren.

De teelt van deze van huis uit Oosterse plant is hier reeds eeuwen intensief gedreven; Nederland heeft bijna een monopolie. In het teeitjaar 1948-1949 werden ca 400 ha beteeld.

Men treft de teelt practisch alleen aan in de duinstreek van Zuid- en Noord-Holland met als belangrijkste teeltcentra: Wassenaar, Noordwijk, Noordwijkerhout, Voorhout, Lisse, Hillegom, Heemstede, Bloemendaal, Heemskerk, Limmen, Egmond-binnen, Anna Paulowna en Bovenkarspel.

Deze betrekkelijk arme duinzandbodem moet krachtig worden bemest. Voorts past men de vruchtwisseling toe.

De voortkweking van hyacinten geschiedt generatief (door zaad) dan wel vegetatief. Nieuwe vormen kunnen alleen door zaad worden verkregen. Het kost evenwel 6-7 jaar vóór men uit zaad een bol met een behoorlijke bloemtros verkrijgt.



Bestaande
cultuurvormen kunnen alleen vegetatief worden voortgekweekt. De natuurlijk vegetatieve voortkweking, d.i. die door broedbollen of klisters, is evenwel veel te langzaam. De kunstmatig vegetatieve vermeerdering geschiedt door „snijden” en „hollen” of „boren”.

Het plantenphysiologisch laboratorium der Landbouwhogeschool te Wageningen heeft ook van dit gewas de periodiciteit onderzocht. Hierbij bleek, dat de bloemvormende periode valt nà het oogsten der bollen. Dit feit is van de grootste betekenis, omdat de kweker daardoor de bloemtrosvorming kan beïnvloeden door de temperatuur in de bewaarplaats nauwkeurig te regelen.

Wil men de periodiciteit reeds tijdens de groeitijd beïnvloeden, dan worden hyacinten in warenhuizen uitgeplant of geteeld op kunstmatig verwarmde akkers. Ook plantte men de bollen het laatste cultuurjaar in Zuid-Frankrijk uit.

De voornaamste ziekten zijn: Pseudomonas hyacinthi (een zeer gevaarlijke bacterieziekte) geel- of nieuwziek; Tylenchus devastatrix, oudziek of aaltjesziek; Sclerotinia bulborum, het zwartsnot; Sclerotium tuliparum, de kwadegrondziekte; Botrytis hyacinthi, de vuurziekte; Fusarium culmorum, het van de wortel gaan; virus-ziekten: mozaïekziek of het grijs; een bacterie-ziekte : de witsnot-ziekte.

De meest geteelde hyacinten zijn : E.W. l’Innocence, E.B. Bismarck, E.G. City of Haarlem, E.G. Yellow Hammer, E.R. Pink Pearl, E. R.

La Victoire, E. R. Marconi, E.R. Gertrude, E.P. Lord Balfour.

De nagels van verschillende hyacinten worden om haar sterke geur ook gebruikt voor odeurfabricage.

Lit.: Talloze brochures en mededelingen gepubliceerd door het plantenphysiologisch laboratorium te Wageningen en het Laboratorium voor bloembollenonderzoek van prof. dr E. van Slogteren te Lisse. Voor hyacintenziekten zie men de publicaties van de Plantenziektekundige Dienst te Wageningen en van het Laboratorium voor bloembollenonderzoek te Wageningen en de Tuinbouwgids.

(2) naam van een halfedelsteen en wel van de hyacintrode variëteit van zirkoon. De scheikundige samenstelling is ZrSiO4, de hardheid 7,5 en het soortelijk gewicht 4,6.

< >