is de held van het gelijknamige na 1191 gedichte Oudfranse epos. Deze epische roman kenmerkt zich door een opgewekte stijl en de dichter weet de aandacht der lezers tot het slot van het lange gedicht door de bonte afwisseling der avonturen, een vlotte, hoewel vluchtige karakteristiek der optredende personen en onderhoudende, niet zelden humoristische beschrijvingen vast te houden.
De inhoud van de roman is als volgt: de jonge Huon, zoon van de hertog van Bordeaux, die Charlot, een zoon van Karel de Grote, gedood heeft, wordt veroordeeld tot de volgende straf: hij moet zich naar Babylonië begeven, naar admiraal Gaudisse, en diens snor en vier kiezen meebrengen. Verder moet hij driemaal diens dochter Esclarmonde omhelzen. Dank zij de bescherming van de dwergkoning Oberon kan hij zich van zijn taak kwijten, komt in Frankrijk terug met Esclarmonde en wordt weer in genade door Karel de Grote aangenomen. De figuur van Oberon is ontleend aan de Germaanse mythologie. Huge van Bordeeus is een vrije Middelnederlandse bewerking, welke ook als volksboek populair was.Uitg.: F. Guessard en G. Grandmaison, in: „Anciens Poètes de la France” (Paris 1860).
Lit.: K. Voretzsch, Epische Studiën, dl I, Die Komposition des H. v. B. (1900 vlgg.; hierin vindt men ook literatuuropgave over de vervolgen en bewerkingen); G. Paris, H. de B. (in modern proza (1899)); G.Kalff, in: Middelned. epische fragmenten (z.j.).