is naar Nederlands recht verschuldigd voor hulp, met gunstig gevolg verleend aan in gevaar verkerende schepen, de zich aan boord daarvan bevindende goederen, de vracht en de opvarenden, voor het redden van het leven van schipbreukelingen en voor het bergen van driftige en van aangespoelde zaken (art. 552 W.v.K.) ; het wordt in geval van geschil door de rechter naar billijkheid vastgesteld (art. 553 W.v.K.), doch mag de waarde der geredde zaken niet overtreffen (art. 554 W.v.K.). Voor een geredde persoon bedraagt het hulploon ten hoogste f 300,— (art. 568 W.v.K.).
Vroeger maakte men wel verschil tussen hulploon en bergloon; rechtens bestaat dit onderscheid thans niet meer (z berging). In sommige rechtsstelsels is hulploon ook verschuldigd wegens hulpverlening zonder gunstig gevolg, bijv. in Indonesië (art. 560 W.v.K.); wordt een hulpovereenkomst afgesloten, dan geschiedt dit echter meestal op basis van „geen goed, geen geld” („no eure no pay”). De bepalingen omtrent hulploon zijn ontleend aan een te Brussel op 23 Sept. 1910 gesloten verdrag, tot hetwelk Nederland met een groot aantal andere landen is toegetreden ten einde tot een grotere eenvormigheid in dezen te komen.
Recht op hulploon heeft in beginsel iedere helper, doch voor opvarenden en een slepend schip bestaan bijzondere regels (artt. 556, 557 W.v.K.). Voor de verwerkelijking van het recht op hulploon bestaan enige speciale voorschriften aangaande vertegenwoordiging en gezamenlijke actie. Het hulploon is een eigenaardig waterrechtelijke instelling; te land vindt het zijns gelijke niet, in het luchtverkeer toont het neiging zich in te burgeren.
PROF. MR R. P. CLEVERINGA
Lit.: Molengraaff, Leidraad bij de beoef. v. h. Ned. Handelsrecht I, 8ste dr. (1948), blz. 784-790; R. P. Cleveringa, Het nieuwe zeerecht, 3de dr. (1946), blz. 645-680; D. Goedhuis, Handboek voor het luchtrecht (1945), blz. 352-379; J.
H. Ph. Verschoor, Het verdrag van Brussel van 1938 betreff, hulp en berging van of door luchtvaartuigen op zee, diss. Utrecht (1943); C. T. Sutton, The Assessing of Salvage Awards (1949).
