Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Hove

betekenis & definitie

(1) gemeente in de Belgische prov. Antwerpen, op vlakke zandige bodem (601 ha); land- en tuinbouw, textielnijverheid.

Inw. (1949) 3860. Belgo-Romeinse vondsten. Hove is een zeer oud Brabants dorp, voor het geestelijke lang afhankelijk gebleven van Kontich. De Gothische kerk(15de eeuw) is inwendig met weinig succes in barokke geest verbouwd (18de eeuw).

(2) (Frans Hoves), taalgrensgemeente in de Belgische prov. Henegouwen, op bij na vlakke leembodem (1144 ha), zeer geschikt voor landbouw. Inw. (1949) 640. De oude heerlijkheid hoorde onder Edingen; van de burcht dienen de resten als hoeve. De verwaalsing dateert uit de 18de eeuw. Gedeeltelijk Romaanse kerk (12de eeuw).

Lit.: M. Arnould, Les cahiers de taille de Hoves-Graty (Gembloux 1941).

(3), stad in het Engelse graafschap East-Sussex, westelijk van Brighton, waarmede het geheel is vergroeid. Het is een badplaats met een parkachtig aangelegde strandboulevard (the Lawns), en telt (1949) 68 170 inw.

Lit.: E. W. Gilbert, The Growth of Brighton (Geogr. Journal 1949).

< >