koningin van Holland (Parijs 10 Apr. 1783 - kasteel Arenenberg in Thurgau 5 Oct. 1837), dochter van generaal de Beauharnais en van Joséphine Tascher de la Pagerie, die later de eerste gemalin van Napoleon I werd, werd 4 Jan. 1802 met dynastieke bedoelingen uitgehuwelijkt aan Lodewijk Napoleon, die in 1806 koning van Holland werd. Uit dit huwelijk, dat zeer ongelukkig was, zijn drie zoons gesproten (z Bonaparte, stamboom).
Toen haar oudste zoontje Napoleon Karel in Apr. 1807 overleden was, keerde zij niet meer naar Holland terug en vestigde zich te Parijs. Het gerucht, dat haar derde zoon, de latere keizer Napoleon III, het kind zou zijn van admiraal Verhuell, is tegengesproken. Wel is zeker, dat zij in 1811 een liefdesverhouding gehad heeft met generaal Flahault de la Billarderie, waaruit in 1811 de latere hertog van Morny geboren is. In deze periode heeft zij een lied gecomponeerd Partant pour la Syrië, dat tijdens het tweede keizerrijk een soort nationale hymne is geweest. In 1814 is zij in Parijs gebleven, omdat zij beschermd werd door Alexander I van Rusland. Tijdens de Honderd Dagen sloot zij zich echter opnieuw bij Napoleon aan.
Op 28 Juni 1815 heeft zij de keizer voor het laatst ontmoet. Nu vluchtte zij eerst naar Beieren, waar zij een poos te Augsburg woonde en daarna naar Zwitserland. Toen haar zoons in 1830 in de Italiaanse opstand betrokken waren, hielp zij hen ontvluchten. Napoleon Lodewijk stierf ten gevolge van de vermoeienissen te Forli (1831), maar Karel Lodewijk Napoleon kon ontsnappen. Zij schreef: La reine Hortense en Italië, en France, en Angleterre pendant l’année 1831 (1833). Haar Mémoires (1928) zijn uitgegeven door Jean Hanoteau.
Lit.: Beknopte geslacht-, levens- en karakterschets van Louis Buonaparte en Hortense Eugenie de Beauharnais, met de authent. berichten, van de plechtigheden en aanspraken bij de aanvaarding hunner regering (Schiedam 1806) ; J. Turquan, La reine H. (2 dln, 1896); d’Arjuzon, H. de B. (1897); Madame Louis Bonaparte (1901); J. A. Taylor, Queen H. and her Friends (2 dln, 1907); Cochelet, Napoleon et la reine H. (1911); C. Gailly de Taurines, La reine H. en exil (1914).