Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Henrick BRUNO

betekenis & definitie

Ned. dichter (Middelie 31 Jan. 1617 - Hoorn 23 Apr. 1664), zoon van een predikant, werd student te Leiden 1635, daarna gouverneur van de kinderen van Constantijn Huygens (met wie hij bevriend bleef) 1638-1647, vervolgens conrector te Rhenen 1648, te Hoorn 1650. Hij werd echter van dit ambt ontheven, omdat hij niet met jongens kon omgaan en ook zijn wandel niet onberispelijk was.

Als dichter behoorde hij tot de kring van Jan Zoet te Amsterdam. Zijn dood werd bezongen door P. Y. van der Hof in Het nieuwe Hoomse speel-werck (2de dr. 1732), terwijl zijn gedichten na zijn dood werden uitgegeven als Mengel-moes van verscheyde gedichten (Leiden 1666).Bibl.: Virgilii Eclogae ofte harders-kouten (1653, 2de dr. Hoorn 1658); Davids Psalmen (Amst. 1656); Het boeck Jobs, den Predicker enz. (Hoorn 1658); Ovidii Wapen-twist van Ajax en Ulysses (Hoorn 1659); J. Puget de La Serre, Treurspel: Thomas Morus.. . in rijm gebr. (Hoorn 1660).

Lit.: A. Geerebaert, Lijst v. d. gedrukte Ned. vert, der Gr. en Lat. schrijvers (1924).

< >