Nederlands kunsthandelaar (Krakau ca 1587 - Amsterdam begr. 22 Mrt 1661), uit Doopsgezinde kring, zoon van de in 1601 te Krakau gestorven Gerrit Romboutsz. Uylenburgh (meubelmaker van de Poolse koning), vestigde zich vermoedelijk ca 1612 te Dantzig en kwam ca 1627 naar Amsterdam.
Daar exploiteerde hij een tot ver over de grenzen bekende kunstacademie: hij gaf in zijn huis onderkomen aan een groot aantal jonge schilders, die hij ter wille van hun onderricht copieën liet maken van de talrijke werken van buitenlandse meesters in zijn bezit die hij verhandelde. Bij hem werkten o.a. Rembrandt (1631-’35), Jacob Backer en Govert Flinck. Vermoedelijk heeft Rembrandt bij hem diens nicht Saskia, uit de Gereformeerde tak van het geslacht, ontmoet. Zijn broeder Rombout werd burger te Krakau in 1610, stichtte het schildersgilde te Dantzigin 1612, was hofschilder van de koning van Polen en stierf vóór 8 Mrt 1628. MR H. F. WIJNMANLit.: J. Six, Lafamosa Accademia di Eeulenborg, in: Jaarboek der Kon. Akad. v. Wetensch. te Amsterdam (1925/26).
