Nederlands schilder (Deventer 1588 - Utrecht 1 Nov. 1629), was een leerling van Abr. Bloemaert te Utrecht.
Ca 1604 ging hij naar Italië, waar hij tien jaar bleef, en waar hij zeer onder de invloed kwam van de clair-obscur techniek van Caravaggio. Naar Utrecht teruggekeerd in 1616 bleef hij daar verder in deze trant werken. Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van de toenmaals nieuwe Caravaggeske richting te Utrecht.Vooral zijn compositieschema’s en zijn visie op het stilleven volgden het voorbeeld van Caravaggio, doch zijn toets was sterk persoonlijk. Coloriet en schaduwen waren bij hem dieper en fijner genuanceerd. Tot zijn meest geliefde onderwerpen behoorden grijsaards (de vier Evangelisten in het raadhuis te Deventer), bijbelse taferelen met bijna levensgrote figuren, volksscènes met soldaten, meisjes en musici. Zijn werk kondigde de grote meesters van de Delftse school als Vermeer reeds aan. Werk van zijn hand bevindt zich o.a. in het Centraal Museum te Utrecht en het Rijksmuseum te Amsterdam.
Lit.: A. von Schneider, Caravaggio u. d. Niederländer (Marburg 1933); Cat. tent. Caravaggio en de Nederl. (Utrecht-Antwerpen 1952).