Duits astronoom en theoloog (Hainbuch bij Langenstein, Hessen, 1325 of’40 - Wenen 11 Febr. 1397), wordt daarom ook wel Henricus Hembuche (Hainbuche) de Hassia of Heinrich von Hessen genoemd; studeerde te Parijs, waar hij 1363 mag. artium en 1376 dr. theol. werd. Hij beoefende hier vooral de astronomie.
Op wens van korting Karel V schreef hij 1368/9 een Questio de Cometa tegen de opvatting van de komeet van 1368 als voorteken voor komende gebeurtenissen; in 1374 uit naam van de universiteit een geschrift Contra astrologos, waarin hij de astrologie bestrijdt. In 1383 verliet hij Parijs in verband met moeilijkheden aan de universiteit wegens het in 1378 ingetreden pauselijk schisma en werd docent aan de in 1365 opgerichte universiteit te Wenen, waaraan hij tot zijn dood een zeer belangrijke plaats bekleedde. Volgens Petrus Ramus stichtte hij hier een centrum van onderwijs in wis- en sterrenkunde, dat de oorsprong van de beoefening van deze vakken in Duitsland geweest is. In zijn werk De improbatione epicyclorum enz. ontwikkelde hij een groot aantal bezwaren tegen het stelsel van Ptolemaeus, o.a. gebaseerd op waarnemingen van schijnbare middellijnen van planeten. Hij schreef bovendien exegetische en dogmatische werken, alsmede geschriften over het schisma en over ascese, in totaal ca 120.Lit.: O. Hartwig, Henricus de Langestein dictus de Hassia (Marburg 1857); F. W. E. Roth, Zur Bibliographie des Henricus Hembuche de Hassia, in: Beitr. z. Centralblatt f. Bibl.wesen I (1888); H. Pruckner, Studiën zu den astrol. Schriften des H. v. L. (Berlin 1933, Studiën der Bibl. Warburg); E. Zinner. Entstehung u. Ausbreitung d. copernicanischen Lehre (Erlangen 1943); G. Sarton, Introduction to the History of Science IÏI, 2 (Baltimore 1948).