Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HAZELAAR

betekenis & definitie

behorende tot het geslacht Corylus van de familie der Betulaceae. Dit geslacht omvat ca 15 soorten, welke alle op het noordelijke halfrond voorkomen. Bij ons is inheems de gewone hazelaar (Corylus Avellana L.), die zijn natuurlijk verbreidingsgebied heeft in geheel Europa met uitzonderingen van N.O.-Rusland.

De bloeiwijzen verschijnen vóór het uitkomen van het blad, soms zelfs al in Jan. of Febr. De mannelijke katjes zijn geel en hangen in kleine groepen; de vrouwelijke bloemen blijven ook tijdens de bloei in de knoppen verborgen en zenden, tegen dat het stuifmeel vrij komt, de kleine, sierlijke, helrode stempels naar buiten. De vrucht wordt ingesloten door een drietal schubben. De grote bladeren zijn evenals de eenjarige twijgen donzig behaard. Reeds sedert de Oudheid is de hazelaar in cultuur wegens de eetbare zaden: de bekende hazelnoten. Uit Z.O.Europa en Klein-Azië is afkomstig de Lambertsnoot (C. maxima Mill.) die hier veel wordt gekweekt wegens zijn grote zaden en ook als sierheester in de bruine variëteit (C. m. var. purpurea Rehd.). De boom- of Turkse hazelaar (C. Columa L.), inheems in Z.O.-Europa en Klein-Azië, een opgaande boom ziet men bij ons vaak in tuinen en parken.PROF. IR J. H. JAGER GERLINGS

Lit.: A. Rehder, Manual of Cultivated Trees and Shrubs (New York 1940); G. Houtzagers en M. de Koning, De boomsoorten (Arnhem 1945).

< >