(of van Aken), Duits schilder (Keulen 1552 - Praag 4 Mrt 1615), werd opgeleid bij een Keuls schilder, Jerrigh, vertrok echter in 1574 naar Italië, waar hij de invloed van verschillende Italiaanse schilders onderging. Hij bezocht Venetië, Rome en Florence.
In 1588 keerde hij naar Keulen terug, waar hij voor S. Maria im Kapitol een groot altaar schilderde. Van 1588-1596 werkte hij te München en Augsburg. Voor de eerste plaats voerde hij een Kruisiging uit (Michaëlskerk), voor de tweede een Kroning van Maria (Ulrichskerk). Hij werd vervolgens tot hofschilder te Praag benoemd, waar hij voor Rudolf II en Matthias voornamelijk portretten en mythologische voorstellingen schilderde. Tot zijn bekendste werken in dit genre behoort de Jupiter en Antiope te Wenen. Hans von Aachen was geen sterke persoonlijkheid. Hij onderging verschillende invloeden en zijn stijl wisselde herhaaldelijk. Zijn kunst is soms realistisch, doch over het algemeen sterk maniëristisch.Lit.: Thieme-Becker, Künstler-Lexikon I, 40 vlg.; R. A. Peltser, Der Hofmaler H. v. Aachen, seine Schule und seine Zeit, in Jahrb. d. Künstler Samml. d. alter Kaiserh. XXX (1911-1912), p. 59 v. met cat. v. zijn werken; Ghytil Karel, Kunst und Künstler am Hofe Rudolfs II., Prag. z. j.; Z.D. Wirth, La richesse d’art de la Bohème, II (Prague 1915).
