Frans dichter en toneelschrijver (Parijs 12 Mrt 1598-11 Febr. 1659), heeft een geschiedenis van de Franse dichters geschreven: Vie des poètes français, waarvan het handschrift voor twee-derde in 1871 verloren gegaan is bij de brand in de bibliotheek van het Louvre. Hij schreef verschillende toneelstukken en gedichten en bleef altijd een bewonderaar van de Pléiade.
Met Corneille, Boisrobert, L’Estoile en Rotrou was hij lid van de Société des cinq auteurs, ingesteld door Richelieu; later was hij lid van de Académie française. Boileau heeft hem om zijn armoede bespot in zijn Satire I.DR G. G. ELLERBROEK
Bibl.: Vies des poètes français. Notices sur les trois Marots, gepubl. door G. Guiffrey (1871); Vie de Ronsard, gepubl. door P. Blanchemain in de Œuvres inédites de Ronsard (1855).
Er zijn ook biografiën gepubl. van Octavien en Mellin de St Gelais, van Du Bellay, van Rabelais, van R. Belleau, van Du Bartas, Jodelle e.a.); Le Trébuchement de l’Ivrogne (1627, herdr. in Variétés historiques et littéraires 1855-1864, dl III); Divertissements poétiques (1631); Autres poésies (1642); Epigrammes (1653); Poésies diverses (1656); Traité de la poésie morale et sentencieuse (1557); Le Sonnet (1558); La Poésie bucolique et l’Eglogue (1558). De laatste drie zijn verenigd tot een Art poétique (558). Vertalingen: van Augustinus, Traité de la doctrine chrétienne (1636) van Giovanni délia Casa, Les devoirs mutuels des grands seigneurs et de ceux qui les servent, ou l’art de vivre à la Cour (1648).
Lit.: L. Pannier, Essai de reconstitution du ms. de G. C., in: Revue Critique (1870, apart verschenen 1872); P. Bonnefon, Contribution à un essai de restitution du ms. de G.
C. in: Rev. d’Histoire littérature de la France (1895); J. O. Lyons, A neglected ms. G.
G.’s Essay on Maurice Scève, in: Mod. Philology, 1930-’31; M. Paquot, Les vers du Ballet des Nations de G. C., in: Rev. belge de Philol. et d’Histoire, 1930.