Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GOUDEN ROOS

betekenis & definitie

is een in goud nagemaakte rozenstruik, met muskus en balsem geparfumeerd, die de paus sinds de 15de eeuw op Laetare Zondag (Zondag van Half-Vasten of Rozenzondag) pleegt te wijden en daarna zendt aan steden, kerken, prinsen en vooral prinsessen, ten teken van hoge waardering. Er is daarvan reeds sprake in een brief van Leo IX, uit 1049, waar hij zegt dat door de gouden roos Christus’ overwinning op het kruis gevierd wordt.

Later wordt zij vooral het symbool der geestelijke vreugde, in verband met het woord „Laetare” = verheug u. Tegenwoordig geschiedt niet alleen de wijding met plechtigheid, maar ook het overbrengen en aanbieden der zinnebeeldige roos gaat gepaard met een bepaald ceremonieel. Tweemaal werd de gouden roos geschonken aan een Belgische koningin: in 1893 aan koningin Maria Hendrika en in 1925 aan koningin Elisabeth. Eens heeft een niet-adellijke vrouw van Leo XIII de gouden roos ten geschenke gekregen, nl.

Miss M. G. Caldwell, die een vorstelijke dotatie had verleend aan de opkomende Katholieke universiteit van Washington.Lit.: Dom J. Kreps, La Rosé d’or (Questions liturgiques, Louvain 1926, blz. 71-104; 149-178).

< >