stad in Europees Rusland, op 56° 18' N. Br. en 44° 0' O.
L. v. Gr. aan de Wolga en aan de mond van de Oka gelegen. Vroeger Nisjnij-Nowgorod geheten, maar sedert 1932 naar de Russische schrijver Maksim Gorki verdoopt in Gorki. Hoofdstad van het voormalige gelijknamige Russische gouvernement, sedert 1929 van de gouw Nisjnij-Nowgorod, thans gouw Gorki.
De stad ligt schilderachtig, amphitheatersgewijs aan de rivieroevers en is een kruispunt van spoorwegen. Zij staat door middel van de Wolga en door de zijrivieren van deze en kanalen in gemeenschap met de Kaspische Zee en de zeeën die Rusland omringen.Gorki (met in 1939 644 116 inw.) is het centrum van een der belangrijkste industriegebieden van Europees Rusland, waar vooral de zware industrie een grote vlucht heeft genomen. De stad telt talrijke fabrieken waar locomotieven en spoorwegwagons, automobielen en vrachtauto’s (Molotov-fabriek, een der grootste van Europa), dieselmotoren, vliegtuigmotoren, draaibanken, precisie-instrumenten en landbouwmachines vervaardigd worden. Er zijn bovendien nog scheepswerven en vleeswarenfabrieken.
Nisjnij-Nowgorod werd in de 13de eeuw gesticht op het punt, waar de hoofdverkeersweg, die het oude Moscovietenrijk met Siberië verbond,de Wolga kruiste. De nederzetting groeide uit tot een handelscentrum van de eerste rang; de stad werd de hoofdbemiddelaarster tussen het Moscovietenrijk en het Oosten. De uit China via de Siberische karavaanwegen aangevoerde thee was een van de handelsartikelen, die de jaarmarkt van deze stad een wereldnaam verschaften.
Het gebied rond Gorki maakt deel uit van het grote industriegebied dat zich in N.O. richting van Brjansk tot aan Gorki uitstrekt. In het Gorki-industriegebied wordt o.a. (te Balakhna) papier vervaardigd uit hout, dat afkomstig is uit de bossen van N.-Rusland en dat langs de Wolga en zijrivieren derwaarts getransporteerd wordt. Het voorkomen van fosfaten in deze streek heeft een chemische industrie in het leven geroepen, die o.a. kunstmeststoffen produceert. Met de industrialisatie van dit gebied heeft de urbanisatie gelijke tred gehouden; men treft hier de grootste stedelijke concentratie aan die in het Boven Wolgagebied te vinden is.
Van het totaal aantal zielen (1939 3 876 274) is ruim 1 millioen in de steden gevestigd, tegen 2 657 374 op het platteland.
H. A. BOMER.