ook wel Juppiter-gigantenzuilen genoemd, is een naam voor een aantal monumenten, die in de 2de en 3de eeuw zijn opgericht in een deel der Romeinse provincies Germania en Gallia, vooral in het Moezelgebied. De zuilen bestaan uit een basement, waarop vier goden zijn afgebeeld, dan een steen met de afbeeldingen der goden van de dagen der week en vervolgens boven op een hoge zuil het beeld van een ruiter (Juppiter?), die over een ter aarde geworpen reus, wiens lichaam van drakenpoten voorzien is, heen springt.
De betekenis is niet bekend; enerzijds wil men er in zien een symbool van de Romeinse keizer, die de barbaarse volken overwint, anderzijds zoekt men verbinding met Germaanse voorstellingen van een wereldzuil (z Irminsul).