Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZUIL

betekenis & definitie

(1) of kolom is een onderdeel in de bouwkunde dat steeds een dragende functie heeft en van natuur- of baksteen (tegenwoordig ook wel van beton) is opgericht. Zij bestaat uit een ronde, al of niet gecanneleerde schacht en een kapiteel, meestal (behalve bij de Dorische zuil) rust de schacht op een basement.

Bij bepaalde orden is tussen schacht en kapiteel een dekplaat aanwezig. De verhoudingen van hoogte en breedte (doorsnede) zijn voor iedere orde nauwkeurig vastgelegd. De zuil werd speciaal toegepast in de klassieke tempelbouw en daarna overgenomen in alle stijlen die zich op de klassieken inspireerden (z ook Hellas, beeldende kunst, en pijler).(2) een optisch verschijnsel in de vorm van een verticale witte lichtband boven en/of onder de zon of de maan, ontstaande door spiegeling van de lichtstralen tegen onder- of bovenvlakjes van ijskristallen in de hogere luchtlagen (z optische verschijnselen in de atmosfeer), wanneer deze vlakjes om de horizontale stand heen schommelen of wentelen.

< >