Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GEZINSBUDGET

betekenis & definitie

is een opstelling waarin de voornaamste uitgavenposten van een gezin zijn vermeld, met de bijbehorende geldbedragen. Strikt genomen hebben deze bedragen betrekking op toekomstige uitgaven; het woord gezinsbudget wordt echter ook gebruikt om reeds gedane uitgaven aan te duiden en heeft dan dezelfde betekenis als huishoudrekening.

Een groot aantal statistische gegevens over de samenstelling van de gezinsbudgetten is aanwezig, zowel voor Nederland als voor andere landen, alsmede voor bepaalde steden of gebieden. Deze gegevens strekken zich uit over een periode van het einde van de 19de eeuw af; incidenteel zijn ook daarvóór wel cijfers verzameld omtrent de verdeling der gezinsuitgaven. Detailleringen van deze statistieken in enkele groepen zijn aanwezig volgens hoogte van het inkomen, volgens beroep van het gezinshoofd en regionaal.Men kan zich interesseren zowel voor het gezinsbudget van één gezin, als voor dat van een groep gezinnen, alsook voor dat van alle gezinnen in Nederland te zamen.

De samenstelling van het gezinsbudget verandert geleidelijk in de loop der tijd, doordat nieuwe artikelen verschijnen en oude verdwijnen en doordat de smaak en voorkeur zich wijzigen. Men denke aan het in gebruik geraken van radiotoestellen, stofzuigers en andere electrische apparaten, aan het dalen van de consumptie van alcoholica, althans tot Wereldoorlog II, aan de zich steeds wijzigende mode enz.

De voornaamste bronnen van gegevens over de samenstelling van het gezinsbudget zijn de zgn. budgetonderzoekingen, wanneer het gaat om cijfers betrekking hebbend op gezinnen of groepen van gezinnen, en de zgn. Nationale Jaarrekeningen en het zgn. consumptieonderzoek wanneer gegevens over het gehele land gewenst worden. Al deze statistieken zijn in Nederland bijeengebracht en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Bij de zgn. budgetstatistieken worden aan een aantal gezinnen huishoudboekjes uitgereikt waarin deze bijv. gedurende een jaar al hun uitgaven, nauwkeurig gespecificeerd, vermelden. Deze gegevens worden dan verwerkt tot totalen en gemiddelden voor bepaalde groepen van gezinnen, zoals per inkomensklasse, per beroepsgroep, enz. Een voorbeeld van een dergelijke statistiek is de publicatie van het C.B.S. „Huishoudrekeningen van 598 gezinnen in verschillende delen van Nederland, 1935-1936”. De Nationale Jaarrekeningen vormen de samenvatting en overkoepeling van alle nationale economische statistieken; gegevens omtrent de verdeling van de gezinsconsumptie treft men er derhalve in aan, waarbij echter geen onderverdeling naar groepen van gezinnen mogelijk is.

Deze Nationale Jaarrekeningen zijn tot dusverre alleen beschikbaar voor 1938 en voor 1946 en volgende jaren. Voor de periode 1923-1939 is over de verdeling van de consumptie echter ook gedetailleerd cijfermateriaal aanwezig. Dit is gepubliceerd in het artikel „De consumptieve uitgaven in Nederland, 1923-1939”, in Statistische en Econometrische Onderzoekingen van Sept. 1949. De uitgaven voor een groot aantal posten worden daar voor ieder der genoemde jaren gegeven.

Behalve van de smaak en voorkeur, alsmede van het milieu van het gezin en van de prijzen wordt de samenstelling van het gezinsbudget in sterke mate bepaald door het gezinsinkomen. Zo maken de uitgaven voor voedingsposten een groter deel van het budget uit, naarmate het inkomen lager is. Luxe producten worden bijna uitsluitend door de beter gesitueerden gekocht, terwijl andere, de zgn. armoede-artikelen, alleen of hoofdzakelijk door de lagere inkomensgroepen worden verbruikt.

Tot het gezinsbudget behoren behalve de uitgaven voor consumptie, ook die voor besparingen en belastingen. Laatstgenoemde twee worden vaak ten onrechte tot de consumptie gerekend. Het aandeel der budgetposten van het totale inkomen wordt uiteraard beïnvloed door de grootte der besparingen en de hoogte der directe belastingen. De besparingen der gezinnen bedroegen t.o.v. het beschikbare inkomen in 1928 5,1 pct, in 1934 was er een negatieve besparing — een ontsparing dus — van 2,9 pct.

Een belangrijke factor welke de samenstelling van het gezinsbudget beïnvloedt is de prijs- en rantsoeneringspolitiek van de overheid. In oorlogstijd vooral ondergaat het gezinsbudget grote wijzigingen, het wordt dan voor een deel door de overheid vastgelegd en geregeld.

DR H. RIJKEN VAN OLST.

< >