Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GESPREKBOEKJES

betekenis & definitie

ook wel benoite boexkens genoemd, zijn boekjes die in vroegere tijden werden gebruikt om een vreemde taal aan te leren. Het oudste is het Livre des Mestiers of De bouc van den ambachten, om de verschillende ambachten aldaar opgesomd en uitgeoefend in Vlaanderen, hoofdzakelijk te Brugge.

In deze stad werd het ca 1340 door een ,,walscen scoelmeester” opgesteld, uit het Picardisch taalgewest afkomstig, maar sedert jaren te Brugge gevestigd. De enig bestaande transcriptie, uit de 15de eeuw, berust te Parijs in de Nationale Bibl. In 1875 werd het door H. Michelant gepubliceerd (Enschedé, Haarlem).

W. Caxton te Westminster liet ca 1483 een bewerking verschijnen onder de dubbele titel: Tres bonne doctrine pour aprendre briefment fransoys et engloys. Ryght good lernyng for to lerne shortly frenssh and englyssh. Als leidraad benutte hij het boekje van ca 1340, waarvan hij de Vlaamse tekst in het Engels vertaalde en van een inleiding voorzag (herdr. d. H. Bradley, 1900).

Een Duits Gesprachbüchlein, door Hoffmann von Fallersleben uitgegeven, werd reeds tussen 1360 en 1377 vervaardigd naar het Brugs model. Het bevat een oorspronkelijke voorrede en een onderhoud tussen meid en huisvrouw. Ook in Zuid-Nederland werd het Livre des Mestiers herdrukt, te Antwerpen nl., vóór 1501, door Roland van den Dorpe, onder de dubbele titel: Vocabulair pour aprendre Romain et Flameng Vocabulaer om te leerne Walsch ende Vlaemsch (ex. in de Bibl. Mazarine te Parijs).

Deze vier boekjes werden uitgegeven door J. Gessler, Het Brugsche „Livre des Mestiers” en zijn navolgingen (Brugge 1931). Zij zijn van zeer groot belang voor de studie van het volksleven, de geschiedenis van het onderwijs en de kennis van de taal.Gesprekboekjes van latere datum behandelde R. Verdeyen in zijn uitgave van het door Fichaert in 1616 te Antwerpen gedrukte Colloquia of Dictionariolum septem linguarum. De voorlopers van dit boekje, van Noël de Berlaimont’s tweetalig Vocabulaire tot het achttalige werkje dat in 1612 te Antwerpen bij M. Aertsen verscheen, tonen aan dat een rechte draad van deze uitgaven tot Kiliaan’s Etymologicum loopt. De Colloquia van Fichaert zijn, afgezien van enige onbekende vertalers, het werk van Noël de Berlaimont, Comelis Valerius, Franciscus de Villalobar, Gabriel Meurice en Heyndrickx en A.

Boon. De diverse titels luiden : 1. Aan tafel; 2. ’s Morgens op de markt; 3. Tussen schuldeiser en schuldenaar; 4.

Op weg naar Antwerpen; 5. In de herberg; 6. Het opstaan; 7. Op de vismarkt; 8.

Brieven en formulieren.

PROF. DR J. F. GESSLER

Lit.: R. Verdeyen, Colloquia of Dictionariolum septem linguarum (Antwerpen 1926, 1928, 1936); Idem, Un recueil précieux d’éditions anversoises du XVIe siècle, De Gulden Passer, II (1934); K. J. Riemens, Etude sur le texte français du ,,Livre des Mestiers”, livre scolaire français-flamand du XlVe siècle (Paris 929); P.

Fr. Callaey, La vie belge au temps jadis d’après les manuels de conversation, in het Bull, de l’Institut hist. belge de Rome, blz. 119-136 (Bruxelles-Rome 1925); W. Blades, The Life and Typography of Gaxton, I (1861); A. van Loey, Nog fragmenten van een Gesprekboek, in Revue belge de Philol. et d’Hist.,XIV (1935); C. de Baere, Uit een oud schoolboekje, in O.M.O. (Maandblad v. d. Vlaamsen leraarsbond van het officieel M.O.), VI (1926); J.

Gessler, Nog een woordje over een oud schoolboekje, in O.M.O., VII (1927).

< >