Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

ETYMOLOGICUM

betekenis & definitie

is de titel van enige door Byzantijnse grammatici samengestelde Griekse woordenboeken, waarin naast de verklaring van de betekenis ook de etymologische afleiding wordt gegeven. De meest bekende zijn het Etymologicum magnum („het grote Et.”) en het Etymologicum Gudianum. Het eerste, dat zijn naam ten onrechte draagt, is in de eerste helft van de 12de eeuw in hoofdzaak samengesteld uit twee oudere, door de samensteller als „het grote” en „het andere” aangeduid; het eerste van deze twee noemt men het Et. genuinum („het echte Et.”); het is in twee handschriften van het eind van de 10de of het begin van de ii de eeuw bewaard gebleven, één in Florence (door Miller gedeeltelijk gepubliceerd en zodoende als Et. florentinum bekend geworden) en één in het Vaticaan (door Reitzenstein ontdekt en behandeld).

Het „andere Et.” moet identiek of nauw verwant zijn met het reeds eerder bekende Etymologicum Gudianum, aldus geheten naar Gude, de voormalige bezitter van een handschrift van het jaar 1293 in de bibliotheek te Wolffenbüttel, waaruit het in 1818 in Leipzig is uitgegeven; het is evenwel noch het oudste noch het beste van de talrijke en sterk afwijkende handschriften van dit Etymologicum. Van de overige moet nog het Etymologicum parvum („het kleine Et.”) genoemd worden, in het bovengenoemde Florentijnse handschrift tot in de letter O bewaard gebleven; het vertoont verwantschap met het Et. Gudianum. Al deze lexica gaan op etymologische werken van oudere geleerden terug, in de eerste plaats die van Orion en O ros (5de eeuw n. Chr.); deze putten weer uit vroegere bronnen, die rechtstreeks of in laatste instantie tot de grote filologen van de Alexandrijnse tijd teruggaan. De waarde van de aldus overgeleverde etymologische verklaringen is zeer gering, daar de Ouden de hiervoor vereiste taalwetenschappelijke grondslag mbten; evenwel zijn de Etymologica van belang wegens het er in verwerkte materiaal (o.a. citaten uit vele auteurs) en voor de geschiedenis van de grammatica en lexicografie.PROF. DR W. J. W. KOSTER

Lit.: E. Miller, Mélanges de littérature grecque (Paris 1868); R. Reitzenstein, Gesch. d. griech. Etymologika (Leipzig 1897). De beste uitg. van het Etymologicum magnum is die van Gaisford (Oxford 1848); de eerste goede uitg. van het Etymologicum Gudeanum, die van De Stefani, is slechts gedeelt. verschenen (Leipzig 1909-20).

< >