Duits toneelschrijver (Maagdenburg 25 Nov. 1878 - Ascona 4 Juni 1945), bracht enige jaren te Buenos Aires door. In 1920 werd hij wegens oplichting veroordeeld.
Hij gold toen wegens zijn toneelwerk Die Burger von Calais (opgevoerd 1917) reeds voor een veelbelovend dramatisch dichter. Toen hem in 1933 een publicatieverbod werd opgelegd, week hij uit naar Zwitserland. Hij was een van de meest talentvolle onder de expressionnisten; zijn macht over de vorm was groot; sociale problemen, de verhouding tussen man en vrouw, historische onderwerpen wist hij in nieuwe behandeling op het toneel te brengen; allerlei mensentypen beeldde hij uit. De zin van zijn werken is de vernieuwing van de mens en betere voorwaarden te scheppen voor het toekomstig leven. De meest typerende werken van zijn omvangrijk oeuvre zijn Die Bürger von Calais, Gas en Der gerettete Alkibiades. In zijn laatste levensjaren schreef hij ook gedichten.Bibi.: Rektor Kleist (1905); Die jüdische Witwe (1911); König Hahnrei (1913); Die Bürger von Calais (1914); Europa (1915); Der Zentaur (1916); Von Morgens bis Mitternachts (1916); Die Lorina (1917); Die Versuchung (19 ; Der Brand im Opernhaus (1919); Hölle, Weg, Erde (1919); Der gerettete Alkibiades (1920); Gas (1920); Die Koralle (1920); Das Frauenopfer (1920); Kanzlist Krehler (1922); Gilles und Jeanne (1923); Kolportage (1924); Hellseherei (1929); Mississipi (1930); Es ist genug (rom. 1932). In ballingschap schreef hij nog: Der Soldat Tanaka (1940); Das Floss der Medusa; Der Gärtner von Toulouse (1940); Rosamunde Floris (1940); Hellenistische Trilogie (1944) 5 Griechische Dramen (1948).
Lit.:B. Diebold,Der Denkspieler G. K. (1924); M. Freyken, G. K.’s Werk (Berlin 1926); H. F.
Koenigsgarten (1928) (met bibliogr.); L. M. Linick, Der Subjektivismus im Werke K.’s (X936) j R Adolph, G. K. im Exil (in: Theateralmanach 1947); E. A. Fivian, G.
K. und seine Stellung im Expressionismus (1947); H. F. Königsgarten, G. K. (met bibliogr., Potsdam 1928, vervolg in Blick in die Welt 1947, no 8).