stad in Duitsland in het land Groot-Hessen gelegen aan de Kinzig aan de voet van de Spessart (Büdinger Wald) en aan de spoorlijn Frankfort - Bebra, telt (1946) 6918 inw. Het bezit nog grotendeels zijn oude ommuring, een halfromaanse hoofdkerk (13de eeuw), een romaans stadhuis (12de eeuw) en de ruïne van een 1170 door Frederik Barbarossa op een eiland in de rivier gebouwde keizerspalts, die in 1635 door de Zweden werd verwoest.
Er is rubber-, sigaren- en machine-industrie. In de 12de eeuw had Gelnhausen een eigen gravengeslacht, na welks uitsterven het aan de Hohenstaufen kwam. Sedert de 14de eeuw was het een vrije rijksstad. In de 18de eeuw behoorde het tot Hessen-Cassel, en kwam in 1866 met Keur-Hessen aan Pruisen.Lit.: Heimatbuch des Kreises G. Hrsg. v. M. Schafer (Marburg 1921).