(1) zuidelijkste graafschap der provincie Connaught in de Ierse Republiek, telt op 5940 km2 (1946) 165 196 inw. Het ligt aan de Atlantische Oceaan, die er een aantal veilige baaien en inhammen (bijv. de Galwaybaai in het Z., welker mond door de 3 Araneilanden tegen westenwinden wordt beveiligd), alsmede vele kusteilanden en klippen vormt.
Het Lough (= Meer) Corrib scheidt het graafschap in 2 delen en staat in verbinding met het Lough Mask. Ten W. van die meren ligt het romantische, maar nagenoeg woeste landschap Gonnamara (Land der Baaien), dikwijls de Ierse Hooglanden genoemd, met ca 20 inhammen, voor schepen van elke diepgang bevaarbaar. Ten Z. grenst dit westelijk gedeelte met het landschap Yarconnaught aan de Galwaybaai Het O. des lands, met meer dan 25 bevaarbare meren, is bijna geheel vlak of enigszins golvend; de rivier de Shannon en haar zijrivier de Suck vormen de oostelijke grenzen. Ongeveer de helft van de bodem ligt woest.
Men verbouwt vnl. haver en aardappelen. De veestapel bestaat vnl. uit rundvee (melkvee), schapen en varkens. Visserij vormt op verschillende plaatsen nevenbedrijf van de landbouw. De grote hoeveelheden aangespoeld zeewier dienen tot meststof.(2), hoofdstad van het gelijknamige graafschap, aan de mond van de Corrib en aan de spoorlijn Ballinasloe - Clifden, telt ca 13 500 inw. en is een R.K. bisschopszetel. In een der voorsteden, Claddagh genaamd, woont een lange tijd geïsoleerd gebleven vissersbevolking. De haven is door een kanaal met het Corribmeer verbonden. Met het oog op het getijverschil zijn er dokken gebouwd.
De stad bezit o.m. een gerechtshof, verscheidene kloosters en een University-College, dat in 1845 werd gesticht. De nijverheid omvat verschillende takken van bedrijf, doch heeft geen grote omvang. Vroeger was de handel met Spanje zeer belangrijk. Zelfs vertoont de bevolking tekenen van bloedvermenging met Spanjaarden (uit de 15de eeuw).
In Galway zou in die tijd zekere burgemeester Lynch zijn eigen zoon hebben opgehangen, wegens moord op een gast. Sedert pleegt men zulk een eigen berechting met de naam „Lynch Law” aan te duiden.
Lit.: J. Hardiman, The hist. of the town and county of Galway (Galway 1926); N. L. Lees, Bogs and blamey (Dublin 1936).
