tetrarch (viervorst) van een stam van de Galaten in Klein-Azië, ontving in 52 of 51 v. Chr. voor diensten, aan de Romeinen bewezen, de titel van koning van Galatië en o.a. het bewind over Klein-Armenië en een deel van Pontus.
Gedurende de Burgeroorlog koos hij de partij van Pompeius, maar onderwierp zich na de slag bij Pharsalus (48 v. Chr.) aan Caesar. Deze schonk hem vergiffenis, maar gaf hem na de zege op Pharnakes het door deze veroverde Klein-Armenië niet terug, terwijl hij hem ook andere gewesten ontnam. In 45 v.
Chr. werd Deiotarus door zijn kleinzoon Castor van een aanslag op het leven van Caesar beschuldigd, doch door Cicero verdedigd (Pro rege Deiotaro). Na de dood van Caesar hernam hij zijn voormalig gebied en werd door Antonius, die hij omgekocht had, in zijn gezag bevestigd. Weldra verbond hij zich met Brutus; zijn troepen streden in de slag bij Philippi, in 42 v. Chr., maar voegden zich, na de dood van Cassius, aan de zijde van Antonius en Octavianus.
Deiotarus overleed in 40 v. Chr.Lit.: Pauly-Wissowa, Real-Enz. der klass. Altertumsw. IV, 2401 e.v.